Je kan eens oefenen met een blaadje of lineaal onder de regels te leggen zodat je gedwongen wordt ze 1 voor 1 te lezen. Als je digitaal oefent zou ik de boel eens uitprinten, dit leest vaak gemakkelijker (en lijkt meer op het echte examen).
Vraag 11: Het transport van CL-ionen via de MR-a cel kost geen energie, omdat de CL-ionen diffunderen van een plek met een hoge concentratie Cl-ionen naar een plek met een lage concentratie Cl- ionen. Echter, er is indirect wel energie nodig omdat de chloride ionen alleen getransporteerd kunnen worden via de MR-a-cel wanneer er actief transport plaatsvindt van Na+ en K+ ionen. Is dit antwoord goed?
Dat is niet goed, de hechtbaarheid (wat bedoel je daar eigenlijk mee? hoe goed een ion hecht?) wordt niet vergroot door microvilli. Die dingen zorgen alleen voor een groter oppervlakte met alle voordelen daarvan.
vraag 10: Mijn redenatie was; wanneer er minder glomeruli zijn zal er in de glomeruli die er nog zijn een hogere druk ontstaan (dan in een situatie waar je er meer hebt). Dit zorgt voor meer voorurine (en meer urine), dan kwam ik uit op antwoord C. Waarom is dit precies niet juist?
bij vraag 9 snap ik niet dat het hypertoon is. in het dalende been gaat water het nierbuisje uit dus dan stijgt de o.w van de urine maar vervolgens in het stijgende been gaan zouten het nierbuisje uit dus dan daalt de o.w. van de urine weer. U kijkt nu toch alleen naar het dalende been? Dan snap ik dat het antwoord C is. Maar waarom moet je niet ook rekening houden met het stijgende been?
Omdat deze vissen die lis van Henle niet hebben. Het plaatje in je Binas is een menselijke nier en dus anders dan die van de vissen. De vissen kunnen dus geen water resorberen en al dat water komt in de urine. Daarnaast zou door zouten uit de urine te halen (wat in de verzamelbuis ook nog gebeurt) de urine nóg hypotoner worden. Dan haal je er immers opgeloste stoffen uit.
Is bij 7 het niet goed als je “Sneller groeien van larven zorgt ervoor dat de individuen toenemen. Als er meer individuen zijn in de vispopulatie is de kans dat er individuen met gunstige genen aanwezig zijn bij een veranderde omstandigheden het grootst.”?
Nee, dat is niet goed. Je geeft namelijk geen antwoord op de vraag. De vraag gaat over de overlevingskans van het individu en niet van de soort zelf. Dus als de vraag was gegaan over hoe het goed was voor de soort als individuen sneller groeiden dan was je antwoord heel goed geweest. Maar dat was helaas de vraag niet.
Dat zou ik niet goed rekenen. Allereerst omdat de sluizen er eerst waren en ten tweede omdat je geen idee hebt of vissen überhaupt ergens aan kunnen wennen (ze staan niet bepaald bekend om hun fantastische geheugen).
uw denkproces is zo handig om mee te krijgen zo voor de examens van 2022, heel erg bedankt!
Ik ben sinds kort al uw examen breakdowns aan het bingen, en de uitleg van uw denkproces helpt enorm wanneer ik zelf deze examens probeer te maken.
hoi heeft u misschien tip voor hoe je dingen beter kunt lezen en niet ergens over heen te lezen?
Je kan eens oefenen met een blaadje of lineaal onder de regels te leggen zodat je gedwongen wordt ze 1 voor 1 te lezen. Als je digitaal oefent zou ik de boel eens uitprinten, dit leest vaak gemakkelijker (en lijkt meer op het echte examen).
Super fijn dit! heel erg bedankt
Vraag 11: Het transport van CL-ionen via de MR-a cel kost geen energie, omdat de CL-ionen diffunderen van een plek met een hoge concentratie Cl-ionen naar een plek met een lage concentratie Cl- ionen. Echter, er is indirect wel energie nodig omdat de chloride ionen alleen getransporteerd kunnen worden via de MR-a-cel wanneer er actief transport plaatsvindt van Na+ en K+ ionen. Is dit antwoord goed?
Ja, dat zou ik wel goed rekenen. Als je kijkt naar het 3e punt in het correctievoorschrift is dit eigenlijk wat jij ook zegt.
@@BestBiologisch Oke is goed, bedankt voor uw antwoord!
Klopt het als je bij 13 zegt dat de hechtbaarheid van de ionen wordt vergroot door de microvili en dus de ionen transport makkelijker verloopt?
Dat is niet goed, de hechtbaarheid (wat bedoel je daar eigenlijk mee? hoe goed een ion hecht?) wordt niet vergroot door microvilli. Die dingen zorgen alleen voor een groter oppervlakte met alle voordelen daarvan.
vraag 10:
Mijn redenatie was; wanneer er minder glomeruli zijn zal er in de glomeruli die er nog zijn een hogere druk ontstaan (dan in een situatie waar je er meer hebt). Dit zorgt voor meer voorurine (en meer urine), dan kwam ik uit op antwoord C. Waarom is dit precies niet juist?
Omdat je die hoge druk er zelf bij hebt verzonnen. Het ligt meer voor de hand om meer glomeruli te hebben zodat je meer kan uitscheiden.
@@BestBiologisch ja nu ik het vandaag opnieuw lees klinkt het inderdaad niet heel logisch meer 😅
bij vraag 9 snap ik niet dat het hypertoon is. in het dalende been gaat water het nierbuisje uit dus dan stijgt de o.w van de urine maar vervolgens in het stijgende been gaan zouten het nierbuisje uit dus dan daalt de o.w. van de urine weer. U kijkt nu toch alleen naar het dalende been? Dan snap ik dat het antwoord C is. Maar waarom moet je niet ook rekening houden met het stijgende been?
Omdat deze vissen die lis van Henle niet hebben. Het plaatje in je Binas is een menselijke nier en dus anders dan die van de vissen. De vissen kunnen dus geen water resorberen en al dat water komt in de urine. Daarnaast zou door zouten uit de urine te halen (wat in de verzamelbuis ook nog gebeurt) de urine nóg hypotoner worden. Dan haal je er immers opgeloste stoffen uit.
@@BestBiologischdoor er opgeloste stoffen uit te halen, wordt het toch hypertoon? Ik heb dezelfde breinkronkel als Annefleur, denk ik.
Is bij 7 het niet goed als je “Sneller groeien van larven zorgt ervoor dat de individuen toenemen. Als er meer individuen zijn in de vispopulatie is de kans dat er individuen met gunstige genen aanwezig zijn bij een veranderde omstandigheden het grootst.”?
Nee, dat is niet goed. Je geeft namelijk geen antwoord op de vraag. De vraag gaat over de overlevingskans van het individu en niet van de soort zelf. Dus als de vraag was gegaan over hoe het goed was voor de soort als individuen sneller groeiden dan was je antwoord heel goed geweest. Maar dat was helaas de vraag niet.
5:40 oke
Tja, t'is waar.
Kan je ook bij 15 zeggen dat de vissen al gewend zijn aan de migratie rivier doordat ze dit al vaker doen?
Dat zou ik niet goed rekenen. Allereerst omdat de sluizen er eerst waren en ten tweede omdat je geen idee hebt of vissen überhaupt ergens aan kunnen wennen (ze staan niet bepaald bekend om hun fantastische geheugen).
@@BestBiologischisgoed dankuwel
thanks
Heldddddddinnnn