Hoi @digital_human, ik zie het patroon niet wat je bedoelt. Wel kan ik hopelijk verduidelijken hoe je deze onduidelijkheden vermijdt. Als jij een cijferreeksen test moet maken, is die ontwikkeld door een bepaalde testontwikkelaar (bijvoorbeeld LTP of Eelloo). In die test zitten niet álle mogelijkheden. Als jij bijvoorbeeld cijferreeksen voor de Q1000 (van Eelloo) moet maken, moet je 2 antwoorden berekenen. Dat is nergens anders zo. Ook moet je bijvoorbeeld vermenigvuldigen en soms delen. Bij andere testen krijg je juist weer machten, breuken en wortels. Ons oefenmateriaal is specifiek ontwikkeld per test. Dus wij leren je aan welke vormen en berekeningen je nodig hebt. Daardoor kan je op de echte test vrij snel het antwoord vinden. Je weet namelijk dat een patroon dat uit overslaan volgt helemaal niet relevant is. Hopelijk is het zo iets duidelijker. Groeten, Niels
Ja, er zit een tijdslimiet bij. Afhankelijk van jouw test krijg je een tijd per vraag of een tijd per test. Onze oefenpakketten hebben dit ook. Daardoor kan je echt perfect oefenen.
Hoi Meryem, op deze pagina staan nog een aantal voorbeelden: www.hellotest.nl/cijferreeksen-oefenen/ Als je meer wilt oefenen, kan je ons oefenpakket voor cijferreeksen afnemen. Daar zitten ruim 600 vragen in.
Beste Marco, Dat is geen logisch patroon. Je moet altijd op zoek gaan naar logische (herhalingen) of hele specifieke gevallen. Zoals bijvoorbeeld een Fibonacci reeks (+1, +1, +2, +3 etc.). In bovenstaand geval is de reeks x2 +5 -7 die herhaald wordt een stuk logischer dan een dubbele reeks die +9 +1 +10 is. De dubbele reeksen volgen namelijk ook een vast patroon. Bij algemene cijferreeksen als deze kan het soms lastig zijn om te weten welke logica je nodig hebt. Maar het is goed om altijd het meest logische of eenvoudige te kiezen. Op het assessment zelf zijn de berekeningen vaak beperkt. Overslaan, dubbele reeksen en andere variaties zijn beperkt tot enkele specifieke testen. In onze specifieke oefenpakketten leggen we precies uit welke berekeningen relevant zijn voor jouw test. Daardoor hoef je op het assessment niet te gaan zoeken naar allerlei moeilijke berekeningen maar kan je snel antwoorden uitsluiten en vinden. Groeten, Niels
Heel moeilijk maar echt geweldig uitleg
Helen fijnen uitleg dankuwel❤😊
De laatste voorbeeld.. op welk niveau is dit gebaseerd? MBO2 of hoger?
Op 4:21 zit dus een dubbel patroon waardoor antwoord B ook kan. Hoe moet je daarmee omgaan? 5 >6, 10 > 9, 14 >. 13, 6 > 5
Hoi @digital_human, ik zie het patroon niet wat je bedoelt.
Wel kan ik hopelijk verduidelijken hoe je deze onduidelijkheden vermijdt. Als jij een cijferreeksen test moet maken, is die ontwikkeld door een bepaalde testontwikkelaar (bijvoorbeeld LTP of Eelloo). In die test zitten niet álle mogelijkheden.
Als jij bijvoorbeeld cijferreeksen voor de Q1000 (van Eelloo) moet maken, moet je 2 antwoorden berekenen. Dat is nergens anders zo. Ook moet je bijvoorbeeld vermenigvuldigen en soms delen. Bij andere testen krijg je juist weer machten, breuken en wortels.
Ons oefenmateriaal is specifiek ontwikkeld per test. Dus wij leren je aan welke vormen en berekeningen je nodig hebt. Daardoor kan je op de echte test vrij snel het antwoord vinden. Je weet namelijk dat een patroon dat uit overslaan volgt helemaal niet relevant is.
Hopelijk is het zo iets duidelijker.
Groeten,
Niels
dank u duidelijke uitleg
zit er tijd erbij? hoe snel je het moet uitrekenen per cijferreeks in een 21+ test?
Ja, er zit een tijdslimiet bij. Afhankelijk van jouw test krijg je een tijd per vraag of een tijd per test. Onze oefenpakketten hebben dit ook. Daardoor kan je echt perfect oefenen.
Heb je nog meer van uitle ennoefen van deze cijferreeksen.
Hoi Meryem, op deze pagina staan nog een aantal voorbeelden: www.hellotest.nl/cijferreeksen-oefenen/
Als je meer wilt oefenen, kan je ons oefenpakket voor cijferreeksen afnemen. Daar zitten ruim 600 vragen in.
👍
Antwoord B (22) is ook mogelijk -->
Verschillen tussen opvolgende cijfers => 2->6=+4 / 6->11=+5 / 11->4=-7 / 4->12=+8 / 12->17=+5 / 17->X= ?
Verschillen tussen oneven cijfers => 2->11=+9 / 11->12=+1 / 12->? = X
Patroon;
+4+5 (opvolgende cijfers) = +9 (oneven cijfers)
-7+8 (opvolgende cijfers) = +1 (oneven cijfers)
+5 X (opvolgende cijfers) = 12-> 2X = ?
Als X = 5 dan;
+5+5 (opeenvolgende cijfers) = +10 (oneven cijfers)
Uitkomst: 17+5=22 en 12+10=22
22 is dan mogelijk het goede antwoord.
Last tekstueel uit te leggen, maar teken de boogjes maar eens en schrijf de verschillen op
-------- +9 -------- ------- +1 ------- -------- +10 --------
2 6 11 4 12 17 (22)
-- +4 -- -- +5 -- -- -7 -- -- +8 -- -- + 5 -- -- +5 --
Juist! Ik was dus niet de enige!
Beste Marco,
Dat is geen logisch patroon. Je moet altijd op zoek gaan naar logische (herhalingen) of hele specifieke gevallen. Zoals bijvoorbeeld een Fibonacci reeks (+1, +1, +2, +3 etc.).
In bovenstaand geval is de reeks x2 +5 -7 die herhaald wordt een stuk logischer dan een dubbele reeks die +9 +1 +10 is. De dubbele reeksen volgen namelijk ook een vast patroon.
Bij algemene cijferreeksen als deze kan het soms lastig zijn om te weten welke logica je nodig hebt. Maar het is goed om altijd het meest logische of eenvoudige te kiezen.
Op het assessment zelf zijn de berekeningen vaak beperkt. Overslaan, dubbele reeksen en andere variaties zijn beperkt tot enkele specifieke testen. In onze specifieke oefenpakketten leggen we precies uit welke berekeningen relevant zijn voor jouw test.
Daardoor hoef je op het assessment niet te gaan zoeken naar allerlei moeilijke berekeningen maar kan je snel antwoorden uitsluiten en vinden.
Groeten,
Niels