Als je alleen maar een zwak zuur oplost in water, dan krijg je het evenwicht waar jij aan denkt. Maar als je een zwak zuur in contact brengt met een zwakke base en het zuur staat boven de base in tabel 49 dan krijg je een aflopende reactie. Zeker ook in dit geval waar CO2 wordt gevormd. Dat is een gas en verdwijnt uit de oplossing waardoor de reactie terug niet mogelijk is. (Als het zwakke zuur vlak bij de zwakke base in de tabel staat dan krijg je een evenwicht. Maar dat is geen examenstof meer dus dat behandel ik niet in de video. Misschien dat je docent dat wel doet; daarin is de docent van elke school vrij in) Met vriendelijke groet P. Soeteman
Dag M D. Dat wordt met zwakke zuren die reageren met zwakke basen veel te lastig en valt buiten de examenstof. Dat komt omdat je dan goed rekening moet gaan houden met diverse evenwichten die zich instellen. Dus maak je daar maar geen zorgen om.
Aha, nu is het mij duidelijk welke kant je op wil gaan. Heb je de reactie + uitleg begrepen van de reactie die wordt uitgelegd vanaf 7.30? Dat is een soortgelijke situatie (hoewel in mijn voorbeeld de base in overmaat is en het zuur twee waardig). Terug naar jouw vraag. Er treedt een zb-reactie op als het zuur boven de base staat in T49. Jij begint met het zuur CH3COOH en de base S2-. Het zuur staat boven de base dus CH3COOH + S2- à CH3COO- + HS- . Maar dat is niet het hele verhaal. Er is een overmaat zuur dus er is nog CH3COOH aanwezig. En het HS- dat gevormd is, is ook een base! (HS- staat in T49 bij de zuren en basen.) En omdat CH3COOH ook boven HS- staat krijg je: CH3COOH + HS- à CH3COO- + H2S. Als je de reactie in 1x wilt noteren: 2CH3COOH + S2- à H2S + 2 CH3COO-. Ik hoop dat je zo een stapje verder bent. Houd vooral de reactie vanaf 7.30 in de gaten! Groet en veel succes morgen, P. Soeteman
@@Scheikundehulp Dank u wel, dit is een veel beter uitleg dan die van mijn docent! Nog een laatste vraag, nu ik weet dat er bij een overmaat het base nog meer H+ ion opneemt, wat gebeurt er dan bij een verdunning van zuur-base reactie? Als we bijvoorbeeld de vergelijking pakken van verdund fosforzuur met natronloog, ze zijn beide zwak. Echter is het weer een aflopend reactie en geen evenwicht. Kunt u me uitleggen waarom dit zo is? En is het dus zo dat bij een overmaat of een verdunning er dus geen sprake is van evenwicht bij zwakke zuur-base reacties? Maar dat er bij zuur-base reacties waarbij er geen verdunning/overmaat is, er juist wel een evenwicht heerst?
Ik denk dat je doelt op de rv van magnesiumhydroxide. Daar schrijft je Mg(OH)2 voor de pijl omdat de beginstof het vaste zout magnesiumhydroxide is. Losse OH- ionen behoren hier niet tot de beginstoffen dus zet je die ook niet in de rv. Met vriendelijk groet P. Soeteman
@@Scheikundehulp ooh ja oke, omdat het een vaste beginstof is dus. Als het een oplossing was geweest, kwamen er dan wel alleen OH- ionen te staan vóór de pijl?
De H+ krijg je bij oplossingen van sterke zuren. Hier gaat het om zwakke zuren. Bij de notatie van een sterk zuur, noteer je de aanwezige deeltjes gesplitst, bij de notatie van een zwak zuur noteer je de gehele formule van het zwakke zuur. Ik hoop dat je zo weer een stapje verder bent. Met vriendelijke groet, P. Soeteman
Bedankt meneer Soeteman! U bent echt mijn lievelingsleraar xoxox
Deze uitleg is echt niet normaal goed! Snap er eindelijk wat van dankuwel!!
Is de reactievergelijking bij 6:00 een evenwichtsreactie? Er staat maar een pijl, maar het zijn een zwakke base en een zwak zuur.
Als je alleen maar een zwak zuur oplost in water, dan krijg je het evenwicht waar jij aan denkt. Maar als je een zwak zuur in contact brengt met een zwakke base en het zuur staat boven de base in tabel 49 dan krijg je een aflopende reactie. Zeker ook in dit geval waar CO2 wordt gevormd. Dat is een gas en verdwijnt uit de oplossing waardoor de reactie terug niet mogelijk is. (Als het zwakke zuur vlak bij de zwakke base in de tabel staat dan krijg je een evenwicht. Maar dat is geen examenstof meer dus dat behandel ik niet in de video. Misschien dat je docent dat wel doet; daarin is de docent van elke school vrij in) Met vriendelijke groet P. Soeteman
top video, goede uitleg
Kunt u me uitleggen hoe dat werkt bij een overmaat of een verdunning van een zuuroplossing?
Dag M D. Dat wordt met zwakke zuren die reageren met zwakke basen veel te lastig en valt buiten de examenstof. Dat komt omdat je dan goed rekening moet gaan houden met diverse evenwichten die zich instellen. Dus maak je daar maar geen zorgen om.
Aha, nu is het mij duidelijk welke kant je op wil gaan. Heb
je de reactie + uitleg begrepen van de reactie die wordt uitgelegd vanaf
7.30? Dat is een soortgelijke situatie
(hoewel in mijn voorbeeld de base in overmaat is en het zuur twee waardig).
Terug naar jouw vraag. Er treedt een zb-reactie op als het zuur boven de base
staat in T49. Jij begint met het zuur CH3COOH en de base S2-. Het zuur staat
boven de base dus CH3COOH + S2- à CH3COO- + HS-
. Maar dat is niet het hele verhaal. Er is een overmaat zuur dus er is
nog CH3COOH aanwezig. En het HS- dat gevormd is, is ook een base! (HS- staat in
T49 bij de zuren en basen.) En omdat CH3COOH ook boven HS- staat krijg je: CH3COOH + HS- à
CH3COO- + H2S. Als je de reactie in 1x
wilt noteren: 2CH3COOH + S2- à
H2S + 2 CH3COO-.
Ik hoop dat je zo een stapje verder bent. Houd vooral de
reactie vanaf 7.30 in de gaten! Groet en
veel succes morgen, P. Soeteman
@@Scheikundehulp Dank u wel, dit is een veel beter uitleg dan die van mijn docent! Nog een laatste vraag, nu ik weet dat er bij een overmaat het base nog meer H+ ion opneemt, wat gebeurt er dan bij een verdunning van zuur-base reactie?
Als we bijvoorbeeld de vergelijking pakken van verdund fosforzuur met natronloog, ze zijn beide zwak.
Echter is het weer een aflopend reactie en geen evenwicht. Kunt u me uitleggen waarom dit zo is?
En is het dus zo dat bij een overmaat of een verdunning er dus geen sprake is van evenwicht bij zwakke zuur-base reacties? Maar dat er bij zuur-base reacties waarbij er geen verdunning/overmaat is, er juist wel een evenwicht heerst?
u bent echt een topper
Hoi, ik had van mijn leraar ook moeten leren over een watermantel bij metalen
Vast
@@timisonyoung3413 jup, ik zeg het alleen, als dit alles is wat ik zou leren, zou ik dus een deel van mijn leerstof alsnog missen. ☻
❤
Waarom schrijf je in de reactie vergelijkingen de hele formules op en bijv niet alleen OH min
Ik denk dat je doelt op de rv van magnesiumhydroxide. Daar schrijft je Mg(OH)2 voor de pijl omdat de beginstof het vaste zout magnesiumhydroxide is. Losse OH- ionen behoren hier niet tot de beginstoffen dus zet je die ook niet in de rv. Met vriendelijk groet P. Soeteman
@@Scheikundehulp ooh ja oke, omdat het een vaste beginstof is dus. Als het een oplossing was geweest, kwamen er dan wel alleen OH- ionen te staan vóór de pijl?
@@jingo4185 Yes, you are right!
Waar staat h+?
De H+ krijg je bij oplossingen van sterke zuren. Hier gaat het om zwakke zuren. Bij de notatie van een sterk zuur, noteer je de aanwezige deeltjes gesplitst, bij de notatie van een zwak zuur noteer je de gehele formule van het zwakke zuur. Ik hoop dat je zo weer een stapje verder bent. Met vriendelijke groet, P. Soeteman