Ga voor de beste online VMBO-GL en TL, HAVO en VWO natuurkunde examentraining naar: www.natuurkunde-examentraining.nl. Alle domeinen besproken, meer dan 40 extra oefenopgaven besproken en 6 examens volledig uitgewerkt. De beste manier om je voor te bereiden voor het natuurkunde examen!
Je gebruikt het = teken wanneer je exact wilt weten wat bv de minimale spreiding in impuls (of massa of snelheid) of de minimale spreiding in afstand is.
5:35 Waarom geldt ditzelfde niet voor protonen? We weten dat protonen wél stabiel in de kern zitten maar dan zou de snelheid van protonen toch ook omhoog moeten schieten en vervolgens aan de kern ontsnappen? Hoe zit dat? En bij neutronen?
Goeie vraag! Protonen en neutronen hebben een veel grotere massa dus als ze een grotere impuls hebben relatief gezien een groter deel voor de massa en een kleiner deel voor de snelheid in vergelijking tot elektronen.
Bij het tweede onderdeel van de examenvraag staat 'geef aan', dan hoef je toch alleen maar te noteren of het de spleetbreedte/afstand AB is en niet een hele toelichting te geven? Want die staat er wel in het correctiemodel
Hoi, bij de examenvraag snapte ik niet waarom ze het over de minimale waarde van delta x hebben, in mijn natuurkundeboek wordt delta x beschreven als: "de gemiddelde afwijking". In uw uitleg zegt u ook "we willen delta x weten", nu snap ik dus totaal niet wat het verschil is tussen delta x en "de minimale waarde van delta x".
delta x is inderdaad de gemiddelde afwijking. Deze gemiddelde afwijking kan als gemiddelde wel een minimale waarde hebben. Het examen vraagt dus om de kleinste gemiddelde waarde uit te rekenen.
Beste meneer Wietsma, ik heb een vraag over de nulpuntsenergie. Kunt u uitleggen waarom de nulpuntsenergie het gevolg is van de onbepaaldheidsrelatie van Heisenberg. En wat bedoelen ze met de nulpuntsenergie.
Officieel moeten deeltjes bij het absolute nulpunt stil staan. Maar volgens mij Heisenberg kan dit niet, de impuls (waaronder snelheid) kan nooit nul zijn. Dus op het nulpunt is er nog energie (nulpuntsenergie).
Oh ik dacht heel even Heisenberg als in pseudonym van Walter White van de serie Breaking Bad... Oh oeps je zei het zelf al, iig, Breaking Bad is een aanrader voor de mensen die het nog niet gezien hebben.
Ik snap het tweede onderdeel van vraag 23 niet helemaal. De delta x heeft toch betrekking op waar het licht zich kan bevinden. Waarom heeft het dan betrekking op de spleet en niet op AB?
Wanneer de delta x heel klein wordt, gaat de onzekerheidsrelatie van Heisenberg een rol spelen. Je kijkt eigenlijk naar de hele baan van het licht en vanaf het punt waar delta x heel klein is, wordt delta p heel groot en is de spreiding groter. Dit laatste zie je bij AB
In de spleet is de onzekerheid in afstand erg klein, je weet veel zekerder waar een deeltje ongeveer is. Dus wanneer daar dx heel klein wordt, zal dp groter moeten worden.
Hoi meneer, ik begrijp deel 2 van vraag 23 nog niet helemaal. Aangezien deltaX erg klein is, speelt de onzekerheidsrelatie van Heisenberg dus een rol. Als delta X kleiner wordt (de breedte van de spleet), heeft dat directe invloed op de spreiding van delta P, en dus ook op de afstand tussen A en B. Hieruit zou je dus moeten concluderen dat de waarde van deltaX betrekking heeft op de spleet van deltaX, maar ook op de afstand tussen A en B, maar dat is dus niet het geval? Wat gaat er precies mis in mijn beredenering?
Wanneer licht door een spleet gaat die erg klein is zal in de spleet de onzekerheid van Heiseberg een rol spelen. Doordat delta(x) heel klein is zal er in die richting een grotere delta(p) ontstaan. Delta(x) heeft te maken met de spleet. Stel dat je het scherm verder weg zet dan wordt AB groter terwijl er aan de onzekerheid van Heisenberg niks veranderd.
Waarom moet delta x maal delta p gelijk of groter zijn dan h / 4 pi, waar komt dat getal vandaan? Daarmee bedoel ik: waarom precies dat getal en niet een ander getal, bijvoorbeeld de plancklengte?
Dit is zo waargenomen, maar kan blijkbaar ook berekend worden. Helaas gaat dat mijn kennis te boven. Het schijnt iets te maken te hebben met blz 11 in dit document: www.math.tifr.res.in/~publ/ln/tifr70.pdf
delta x kan inderdaad de afstand in een spleet zijn en dan inderdaad niet 0 worden. Maar delta x kan ook een andere afstand zijn in bijvoorbeeld een bepaalde ruimte. Dan zou die 0 zijn wanneer je exact weet waar een deeltje is, maat dit mag dus niet 0 worden.
Niet helemaal overbodig. Want het elektron kan ook een veel grotere snelheid hebben en dan wordt er aan Heisenberg voldaan. Dus dit is echt de minimale snelheid die het elektron kan hebben (kan niet lager, wel hoger).
@@MeneerWietsma Dan ga ik dat in vervolg ook doen. Ik heb door de examen training heen de snelheid van licht geheel gememorizeerd. Planck, lading van elektron, gewicht van elektron, gravitatie constante en een hoop meer reeksen van cijfers. Mijn hersenen besluiten het meest nutteloze perfect te memorizeren
Kan geen kwaad zolang het andere kennis maar niet wegdrukt. Tijdens examen wanneer je tijd hebt zou ik wel voor de zekerheid binas er af en toe bij pakken als dubbel check.
Ga voor de beste online VMBO-GL en TL, HAVO en VWO natuurkunde examentraining naar: www.natuurkunde-examentraining.nl. Alle domeinen besproken, meer dan 40 extra oefenopgaven besproken en 6 examens volledig uitgewerkt. De beste manier om je voor te bereiden voor het natuurkunde examen!
Lol. Die examenvraag 23 zat vandaag in mijn schoolexamen. Thx voor die uitleg.
Geen probleem! Hoop dat je die helemaal goed had!
Ik had hem niet helemaal goed, maar wel voor een groot deel. Ik zat die video ook half slapend te kijken, de nacht voor het SE 🙃.
U bent geweldig, erg bedankt!
Luena Pinheiro Keulers jupp
_I am the one who knocks_
Wanneer mag je in de formule het ongelijkheid teken < vervangen door = teken? Soms moet je het in opdrachten nog wel gebruiken
Je gebruikt het = teken wanneer je exact wilt weten wat bv de minimale spreiding in impuls (of massa of snelheid) of de minimale spreiding in afstand is.
5:35 Waarom geldt ditzelfde niet voor protonen? We weten dat protonen wél stabiel in de kern zitten maar dan zou de snelheid van protonen toch ook omhoog moeten schieten en vervolgens aan de kern ontsnappen? Hoe zit dat? En bij neutronen?
Goeie vraag! Protonen en neutronen hebben een veel grotere massa dus als ze een grotere impuls hebben relatief gezien een groter deel voor de massa en een kleiner deel voor de snelheid in vergelijking tot elektronen.
Dankje 🥲
top uitleg
Bij het tweede onderdeel van de examenvraag staat 'geef aan', dan hoef je toch alleen maar te noteren of het de spleetbreedte/afstand AB is en niet een hele toelichting te geven? Want die staat er wel in het correctiemodel
Klopt, toelichting is niet nodig.
say my name
I'm the one who knocks!
Hoi, bij de examenvraag snapte ik niet waarom ze het over de minimale waarde van delta x hebben, in mijn natuurkundeboek wordt delta x beschreven als: "de gemiddelde afwijking". In uw uitleg zegt u ook "we willen delta x weten", nu snap ik dus totaal niet wat het verschil is tussen delta x en "de minimale waarde van delta x".
delta x is inderdaad de gemiddelde afwijking. Deze gemiddelde afwijking kan als gemiddelde wel een minimale waarde hebben.
Het examen vraagt dus om de kleinste gemiddelde waarde uit te rekenen.
Beste meneer Wietsma, ik heb een vraag over de nulpuntsenergie. Kunt u uitleggen waarom de nulpuntsenergie het gevolg is van de onbepaaldheidsrelatie van Heisenberg. En wat bedoelen ze met de nulpuntsenergie.
Officieel moeten deeltjes bij het absolute nulpunt stil staan. Maar volgens mij Heisenberg kan dit niet, de impuls (waaronder snelheid) kan nooit nul zijn. Dus op het nulpunt is er nog energie (nulpuntsenergie).
Oh ik dacht heel even Heisenberg als in pseudonym van Walter White van de serie Breaking Bad...
Oh oeps je zei het zelf al, iig, Breaking Bad is een aanrader voor de mensen die het nog niet gezien hebben.
Daarom begin ik daar ook mee ;)
Thanks
Ik snap het tweede onderdeel van vraag 23 niet helemaal. De delta x heeft toch betrekking op waar het licht zich kan bevinden. Waarom heeft het dan betrekking op de spleet en niet op AB?
Wanneer de delta x heel klein wordt, gaat de onzekerheidsrelatie van Heisenberg een rol spelen. Je kijkt eigenlijk naar de hele baan van het licht en vanaf het punt waar delta x heel klein is, wordt delta p heel groot en is de spreiding groter. Dit laatste zie je bij AB
Very good explanation
Thank you!
Hi, bedankt voor de goede uitleg! Ik vroeg mij nog af waarom dP ontstaat in de spleet. Hoe kan ik dat weten?
In de spleet is de onzekerheid in afstand erg klein, je weet veel zekerder waar een deeltje ongeveer is. Dus wanneer daar dx heel klein wordt, zal dp groter moeten worden.
@@MeneerWietsma Ah oke, bedankt!
Hoi meneer, ik begrijp deel 2 van vraag 23 nog niet helemaal. Aangezien deltaX erg klein is, speelt de onzekerheidsrelatie van Heisenberg dus een rol. Als delta X kleiner wordt (de breedte van de spleet), heeft dat directe invloed op de spreiding van delta P, en dus ook op de afstand tussen A en B. Hieruit zou je dus moeten concluderen dat de waarde van deltaX betrekking heeft op de spleet van deltaX, maar ook op de afstand tussen A en B, maar dat is dus niet het geval? Wat gaat er precies mis in mijn beredenering?
Wanneer licht door een spleet gaat die erg klein is zal in de spleet de onzekerheid van Heiseberg een rol spelen. Doordat delta(x) heel klein is zal er in die richting een grotere delta(p) ontstaan. Delta(x) heeft te maken met de spleet. Stel dat je het scherm verder weg zet dan wordt AB groter terwijl er aan de onzekerheid van Heisenberg niks veranderd.
Waarom moet delta x maal delta p gelijk of groter zijn dan h / 4 pi, waar komt dat getal vandaan? Daarmee bedoel ik: waarom precies dat getal en niet een ander getal, bijvoorbeeld de plancklengte?
Dit is zo waargenomen, maar kan blijkbaar ook berekend worden. Helaas gaat dat mijn kennis te boven. Het schijnt iets te maken te hebben met blz 11 in dit document: www.math.tifr.res.in/~publ/ln/tifr70.pdf
@@MeneerWietsma "Het is geen hogere wiskunde" zegt men wel eens, maar dit document is dat duidelijk wel.
Inderdaad O_o
Beste mr. Wietsema, delta x is toch de afstand in een spleet, die kan toch dan niet nul worden?
delta x kan inderdaad de afstand in een spleet zijn en dan inderdaad niet 0 worden. Maar delta x kan ook een andere afstand zijn in bijvoorbeeld een bepaalde ruimte. Dan zou die 0 zijn wanneer je exact weet waar een deeltje is, maat dit mag dus niet 0 worden.
Goedemiddag, klopt het dat het woordje "minimale" bij de eerste vraag overbodig is en misschien een beetje verwarrend in de vraag?
Niet helemaal overbodig. Want het elektron kan ook een veel grotere snelheid hebben en dan wordt er aan Heisenberg voldaan. Dus dit is echt de minimale snelheid die het elektron kan hebben (kan niet lager, wel hoger).
Mag je serieus constantes afronden op 4 significante cijfers? Dat is zo tijd besparend als dat mag.
Zeker! Ik gebruik standaard 4 significantie bij constantes, gaat altijd goed.
@@MeneerWietsma Dan ga ik dat in vervolg ook doen. Ik heb door de examen training heen de snelheid van licht geheel gememorizeerd. Planck, lading van elektron, gewicht van elektron, gravitatie constante en een hoop meer reeksen van cijfers.
Mijn hersenen besluiten het meest nutteloze perfect te memorizeren
Kan geen kwaad zolang het andere kennis maar niet wegdrukt. Tijdens examen wanneer je tijd hebt zou ik wel voor de zekerheid binas er af en toe bij pakken als dubbel check.
Bedankt voor de video! Ik vroeg me alleen af hoe een foton een impuls kan hebben als het helemaal geen massa heeft?
Die hebben inderdaad geen massa. Ze hebben wel impuls omdat ze energie hebben. De energie die ze hebben (afhankelijk van de frequentie) is hun impuls.
Waarom geven ze je de labda als je die niet nodig hebt
Kan zijn dat die voor een andere vraag nodig was. Iets waar je op het examen inderdaad op moet letten dat je niet altijd alle gegevens nodig hebt
ik had een vraag over Px. waarom gebruikt u voor dP nou de Px?
In de vraag staat aan het einde: "mag de gegeven waarde van px beschouwd worden als de onbepaaldheid dp"
Hm, beetje gemeen ik zat 5 minuten na te denken wat ik bij die laatste vraag nou met de glflengte moest doen.
_say my name_ 00:02
_You're GODDAMN right_
Ahw die grap wou ik maken😂😂
*JESSE*
Held
oh yeah heah