Een markt van volkomen concurrentie - Economie voor vwo - Marktgedrag
HTML-код
- Опубликовано: 19 окт 2024
- Economen hebben het geregeld over marktvormen en met dat woord doelen ze op de omstandigheden waaronder aanbieders met elkaar concurreren. Op een markt van volledige mededinging, of volkomen concurrentie, heeft een producent geen enkele marktmacht. Dit leidt ertoe dat winstgevend produceren op de lange termijn onmogelijk is.
In deze uitleg: markt van volkomen concurrentie, volledige mededinging, kenmerken van de marktvorm, voorbeelden van volkomen concurrentie, volledige mededinging in een grafiek, berekenen van de maximale winst van de individuele aanbieder, MO=MK, marginale opbrengsten en marginale kosten, arceren van de maximale winst, de aanbieder als een hoeveelheidsaanpasser, (vrije) toetreding en uittreding leiden tot een situatie van bedrijfstakevenwicht, LWEO lesbrief Marktgedrag.
Zit jij op havo of vwo en vind je economie een lastig vak? Wil je graag hogere cijfers halen? Gijs van den Brekel helpt je: / gijsvandenbrekel .
Jij bent echt strijder, ik gok al 4 jaar lang op havo elke keer goed en nu zit ik vwo en ik snapte er geen zak van, nu eindelijk valt het kwartje dankuwel
Dit is nou echt een hele goede uitleg! Ik snap het eindelijk, dankuwel!
Heel fijn om te horen, bedankt voor het mooie compliment!
Top man, erg duidelijk👍
Heel leuk om te horen, thanks!
K hou van deze man
Hahah thank you! 😁
Pepijn 💀
erg veel dank, ik heb nog een vraag kan ik ergens uw powerpoint vinden op internet?
Graag gedaan! De PPP staat (helaas) niet online, maar als ik je nog ergens mee kan helpen dan hoor ik het graag.
Moet je voor de maximale winst niet de evenwichtshoeveelheid invullen dan?
Je wilt de maximale winst voor één aanbieder bepalen en daarvoor is het alleen interessant hoeveel producten deze individuele aanbieder produceert. De evenwichtshoeveelheid is de totale aangeboden hoeveelheid van alle aanbieders samen, maar dat is bij het berekenen van de maximale winst niet relevant. Je kunt die informatie hoogstens gebruiken om te bepalen hoeveel aanbieders op de markt actief zijn (de totale aangeboden hoeveelheid gedeeld door de hoeveelheid van één aanbieder).
@@gijsvandenbrekel hartstikke bedankt!
Uitermate fraai
fraai Uitermate
hey! waarom is de max winst niet bij q is 25, de afstand tussen go en gtk is dan toch groter? 12:57
Dag Elke, ik zal je proberen uit te leggen waarom dat zo is. Jij kijkt naar het verschil tussen GO en GTK en dat is de winstmarge, dus de winst die je maakt op één verkocht product. Die is bij q=25 inderdaad groter dan bij q=30 (en bij q ≈ 22 zelfs nog iets groter).
We zoeken echter niet de hoogste winst per product, maar de maximale totale winst. Bij q=30 verkoop je de 30 producten met een winstmarge van GO-GTK ≈ 20-12 = € 8 en is de totale winst TW = € 8 • 30 stuks = € 240. Bij q=25 verkoop je (veel) minder producten (namelijk 25 stuks) met een winstmarge die maar een fractie hoger is (GO-GTK ≈ € 8,50). De totale winst valt dan lager uit: TW = € 8,50 • 25 stuks = € 212,50.
De conclusie is dus dat je niet moet kijken naar de winstmarge, maar altijd naar het punt van MO=MK bij het bepalen van de maximale totale winst.
@@gijsvandenbrekel wauw harstikke bedankt!!
Dankjewel
Graag gedaan! 😃
Goede video!
Dankjewel 😃
AI Gijs Rosmalen
Bij 8:30 waarom valt 800 dan weg?
Wiskundig gezien omdat de afgeleide van een los getal nul is. De logica daarachter: je maakt een formule voor de marginale kosten. Dat zijn de extra kosten als je een product extra maakt. Die extra kosten kunnen nooit constante kosten zijn, want die veranderen niet als je de productieomvang verandert. De constante kosten zie je daarom nooit terug in de formule van MK.
@@gijsvandenbrekel bedankt!