Paulus geeft in 1 Kor. 12-14 een aantal richtlijnen en regels die van belang zijn voor het spreken in tongen. Aan de andere kant wil ik proberen een kort en duidelijk antwoord te geven waarom ik het spreken in tongen beslist niet zal stimuleren of aanmoedigen. Dat heeft alles te maken met de wijze waarop Paulus hierover spreekt in bovengenoemde hoofdstukken. Hij geeft aan dat het nodig is dat alles met orde in de gemeente zal geschieden. Hij biedt ruimte voor het spreken in tongen, maar stelt er een aantal duidelijke voorwaarden voor aan. Hij biedt enige ruimte, maar geeft duidelijk de beperkingen aan en belijdt dat de liefde, de onderlinge liefde in de gemeente, de gave van de Heilige Geest is, die van veel grotere waarde is voor de gemeente. Kijken wij naar het geheel van het Nieuwe Testament, komen wij in de brieven van latere datum zoals aan Timotheus en Titus de regels voor tongentaal niet tegen. In de latere ontwikkeling van de gemeenten in het Nieuwe Testament is tongentaal kennelijk al naar de achtergrond verschoven en kwam het sporadisch voor. De Bijbel geeft dus zelf aan hoe relatief de betekenis van tongentaal is. We kunnen niet zeggen dat het vandaag onmogelijk is om in tongen te spreken. God kan wanneer de nood van de tijd en van de kerk groot is, door zulke gaven uitdelen om Zijn kerk uit het verval te herstellen. Maar het is beslist geen voorwaarde voor een echt, geestelijk leven in de christelijke gemeente. De grootste gave is de liefde, die de Heilige Geest uitstort in het hart van de gelovigen. Vandaar dat wij op geen enkele wijze tongentaal promoten of stimuleren, omdat het gaat om een leven in liefde, gewerkt door de Heilige Geest, en toegewijd aan God en Zijn eer.
Kunnen jullie voor mij bidden heb geestelijk moeilijk dat dicht bij god mag blijven bid maar iedere dag voor mij als je wil
Paulus geeft in 1 Kor. 12-14 een aantal richtlijnen en regels die van belang zijn voor het spreken in tongen. Aan de andere kant wil ik proberen een kort en duidelijk antwoord te geven waarom ik het spreken in tongen beslist niet zal stimuleren of aanmoedigen. Dat heeft alles te maken met de wijze waarop Paulus hierover spreekt in bovengenoemde hoofdstukken. Hij geeft aan dat het nodig is dat alles met orde in de gemeente zal geschieden. Hij biedt ruimte voor het spreken in tongen, maar stelt er een aantal duidelijke voorwaarden voor aan. Hij biedt enige ruimte, maar geeft duidelijk de beperkingen aan en belijdt dat de liefde, de onderlinge liefde in de gemeente, de gave van de Heilige Geest is, die van veel grotere waarde is voor de gemeente.
Kijken wij naar het geheel van het Nieuwe Testament, komen wij in de brieven van latere datum zoals aan Timotheus en Titus de regels voor tongentaal niet tegen. In de latere ontwikkeling van de gemeenten in het Nieuwe Testament is tongentaal kennelijk al naar de achtergrond verschoven en kwam het sporadisch voor. De Bijbel geeft dus zelf aan hoe relatief de betekenis van tongentaal is. We kunnen niet zeggen dat het vandaag onmogelijk is om in tongen te spreken. God kan wanneer de nood van de tijd en van de kerk groot is, door zulke gaven uitdelen om Zijn kerk uit het verval te herstellen. Maar het is beslist geen voorwaarde voor een echt, geestelijk leven in de christelijke gemeente. De grootste gave is de liefde, die de Heilige Geest uitstort in het hart van de gelovigen. Vandaar dat wij op geen enkele wijze tongentaal promoten of stimuleren, omdat het gaat om een leven in liefde, gewerkt door de Heilige Geest, en toegewijd aan God en Zijn eer.