NHM vertelt - Lies Caransa, 5 maart 2018

Поделиться
HTML-код
  • Опубликовано: 27 июн 2018
  • Elke maand deelt een getuige zijn of haar herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog in een interview met Esther Göbel, projectmedewerker van het Joods Cultureel Kwartier (JCK), in het Nationaal Holocaust Museum i.o. Het zijn bijzondere gesprekken in aanwezigheid van publiek die worden vastgelegd op video. Alle gesprekken zijn in het Kenniscentrum van het JCK te bekijken.
    Lies Caransa-de Hond (1939)
    Liesje de Hond groeide op bij haar grootouders in Amsterdam-Oost - haar ouders waren gescheiden. Haar moeder Greta Zak was bontstikster en werkte bij het bontatelier De Zilvervos. Met haar oma Sara Zak-Leeuwaarden had Liesje een speciale band.
    In april 1943 werden Liesje, haar moeder en haar grootouders opgepakt en bij de Hollandsche Schouwburg afgeleverd. Ze weet nog hoe ze tussen de stoelen van het voormalige theater speelde totdat ze naar de Crèche werd gebracht.
    Enkele dagen daarna werd Liesje over het hegje getild dat de tuinen van de Crèche en de Kweekschool scheidde. Daar werd ze aangepakt door een man, hoogstwaarschijnlijk Hans Andriessen. Vervolgens werd ze in een jute zak de Kweekschool uit gesmokkeld. De volgende dag werd de vierjarige Liesje ondergebracht in de Eerste Jan van der Heijdenstraat, op nummer 48, bij Nora Koopmans, een goede vriendin van haar moeder. De ouders van Nora hadden een melkwinkel. Hoewel Liesje zich daar altijd heel welkom heeft gevoeld, was ze vaak bang. Een keer werd ze door een jongetje uitgescholden voor 'smerig jodenkind'. Deze ervaring heeft een diepe indruk op haar achtergelaten.
    Haar grootouders Jacob en Sara Zak zijn in Sobibor vermoord. Haar moeder overleefde Auschwitz. In augustus 1945 werd Liesje herenigd met haar moeder.
    Lies Caransa-de Hond is al jaren gastspreker.
    Bekijk meer getuigenissen op www.jck.nl/nl/longread/nhm-vertelt-ooggetuige

Комментарии •