Ooggetuige: Joke Verdoner
HTML-код
- Опубликовано: 28 ноя 2024
- Joke Verdoner werd in 1934 in Hilversum geboren. Haar vader Gerrit was mede-eigenaar van rijwielfabriek Magneet in Weesp. Haar moeder, Hilde Sluizer, had in Italië gestudeerd en een tijdlang in Rome gewerkt als secretaresse. Na het huwelijk legde zij zich toe op de zorg voor het gezin. In 1937 werd er nog een dochter geboren, Francisca, en twee jaar later een zoon, Otto.
Oorlogsuitbraak en Fabrieksverlies
Na het binnenvallen van de Duitse troepen in Nederland op 10 mei 1940, deed het gezin tevergeefs een poging om Nederland te ontvluchten. In 1941 raakte Verdoner de fabriek kwijt: die werd als een Joods bedrijf aangemerkt, grotendeels ontmanteld en geleid door zijn niet-Joodse compagnon, onder toezicht van een Duitse beheerder. Verdoner kon niet veel later aan de slag bij de Joodse Raad.
Onderduikperiode van Joke
In de zomer van 1942 besloten Gerrit en Hilde Verdoner dat het thuis niet langer veilig was voor de kinderen. Het Hilversumse verzet vond onderduikplekken voor hen. De zevenjarige Joke werd eerst ondergebracht in kindertehuis Zonneschijn in Zeist. Toen daar gevaar dreigde, kon zij tijdelijk terecht bij vrienden van de familie. Vanaf januari 1943 verbleef ze bij Dick en Ella Rijnders, in het dorp Woubrugge. Bij hen bleef zij tot het einde van de bezetting en ze ging daar ook gewoon naar school, onder de naam ‘Joke Verdoren’. In mei 1945 zei haar leraar tegen de klas: ‘Vandaag heet Joke Verdoren weer Joke Verdoner’.
Hilde Verdoner in Westerbork
Hilde Verdoner werd opgepakt en op 18 december 1942 ingeschreven in Kamp Westerbork. Gerrit Verdoner werkte voor de Joodse Raad als ‘inkoper levensmiddelen voor de kampen’ en was in die hoedanigheid geregeld in Westerbork. Hij bezocht daar dan ook zijn vrouw. Hilde Verdoner werd tweemaal een tijdje vrijgelaten dankzij Verdoners functie bij de Joodse Raad, maar bij de laatste razzia in Amsterdam, op 29 september 1943, werd zij opnieuw opgepakt. Ditmaal werd zij samen met haar ouders en schoonouders naar Westerbork gevoerd.
Deportatie en Overlijden van Hilde
Gerrit Verdoner kon nog net op tijd onderduiken. Met zijn contacten in het verzet probeerde hij zijn vrouw uit Westerbork te laten ontsnappen, maar zij wilde dat niet. Ze was bang dat haar ouders en schoonouders dan onmiddellijk gedeporteerd zouden worden. Vanuit het kamp schreef zij haar man vele brieven, die het kamp uit werden gesmokkeld. Op 8 februari 1944 werd Hilde Verdoner naar Auschwitz gedeporteerd en daar vermoord.
Emigratie naar de Verenigde Staten
In 1946 emigreerde Gerrit Verdoner met zijn drie kinderen naar de Verenigde Staten, waar in New York twee van zijn zussen woonden. Niet veel later werd hij ziek, hij overleed in 1947. De familie ontfermde zich over de drie kinderen. Joke Verdoner werd psychotherapeut en woonde afwisselend in de Verenigde Staten, Israël en Nederland.
Publicatie van de brieven van Hilde
In 1990 hebben de kinderen Verdoner ervoor gezorgd dat hun moeders brieven werden uitgegeven: Signs of Life: The Letters of Hilde Verdoner-Sluizer from Nazi Transit Camp Westerbork 1942-1944, en in 2011 in vertaling bij uitgeverij Boom: Hilde Verdoner. Levenstekens. Brieven uit Westerbork.
In de vaste opstelling in het Nationaal Holocaustmuseum in Amsterdam is een fragment te zien van een familiefilm uit 1938 (in kleur). Het zijn beelden van Hilde Verdoner met haar twee dochters op het strand in Zandvoort, Joke met een schep, Francisca in een box. Teder geeft Hilde Verdoner haar dochtertje een kusje op de hand.