Dit filmpje heeft me weer enorm geholpen. Ik hou echt hoe u straight to the point bent en het gewoon eenvoudig uitlegt vergeleken met andere docenten. Het is ook zo fijn dat u het steeds met voorbeelden laat zien of examen opdrachten erbij maakt, zo fijn! U bent echt een held
Fijn dat het filmpje helpt! Net zag ik een andere vraag van jou die ik nu niet meer kan zien. Een C-H binding is altijd een apolaire binding omdat het verschil in elektonegativiteit (zie binas40A) tussen C en H niet groter is dan 0,4. Het verschil in elektronegativiteit tussen C en Cl is wel grotet dan 0,4. Dus dat is wel een polaire atoombinding. Het atoom met de grootste elektronegativiteit (Cl bij C-Cl) is dan een beetje negatief geladen. Snap je dat zo>
Ik snap dat polair negatief maar wanneer is het dipool dipoolbinding en wanneer niet. U zei wat over krachten die elkaar opheffen maar ik begrijp het niet helemaal
Als een molecuul een dipoolmolecuul is, dan trekt de negatieve kant van het ene molecuul de positieve kant van een ander molecuul aantrekken, dat is de dipool-dipool interactie. In een dipoolmolecuul zit altijd een polaire binding. Als je CO2 en SO2 vergelijkt, dan hebben ze beide moleculen polaire atoombindingen. CO2 is geen dipoolmolecuul en SO2 wel. Dat komt omdat bij CO2 de krachten elkaar als het ware opheffen, vergelijk het met een touwtrekwedstrijd tussen twee even sterke teams. Dan is het centrum van de positieve lading in het midden van het molecuul en het centrum van de negatieve lading ook, daarom is het geen dipool. In en SO2 molecuul zit een knik, ne als bij H2O, daarom is dit molecuul wel een dipoolmolecuul. Wordt het zo een beetje duidelijker?
@@scheikundechallenge7762 oke dus als ik het goed begrijp trekt de atoom met meeste elektronegativiteit aan het elektron binding waarom hij beetje negatief wordt en de andere juist positief, bij CO2 heb je dus een lineaire structuur ze trekken als het ware beiden kanten even hard dus geen dipool dipool interactie maar bij SO2 is het wel van de hoek die ze maken en de krachten elkaar niet opheffen en dus sprake is van een dipool dipool interactie klopt het nu?
De elektronegativiteit staat in binas 40A, als het verschil in elektronegativiteit groter is dan 0,4 dan is de atoombinding polair. Bij een verschil van 0,4 zoals de C-H binding dus niet. In een dipoolmolecuul heb je altijd polaire atoombdining. Maar soms heb je wel polaire atoombindingen, maar is een molecuul toch geen dipool vanwege de symmetrie. Een bekend voorbeeld daarvan is CO2 (zie binas 55). Hier staat er wat meer uitleg over ruclips.net/video/KuyxVbO3NcI/видео.html. Hopelijk is het zo wat duidelijker.
De C in CO2 heeft omringingsgetal 2. Bij het bepalen van het omringsgetal telt een dubbele binding voor 1. Bij omringingsgetal 2 hoort een bindingshoek van 180 graden. Het gevolg daarvan is een lineait molecuul.
Je kijkt per atoom hoeveel bindingen het atoom heeft, je telt enkele, dubbele en drievoudige bindingen allemaal voor 1 daar tel je het aantal niet-bindende elektronenparen bij op. Het getal dat daar uitkomt is het omringingsgetal. In CO2 heb je dus bij de C twee keer een (dubbele) binding, dus omringingsgetal 2. Bij O heb je 1 keer een (dubbele) binding en twee vrije elektronenparen, dus O heeft dan omringingsgetal 3.
Om een dipoolmolecul te hebben, heb je minimaal 1 polaire atoombinding nodig. Dan is het verschil in elektronegativiteit (binas 40A)tussen de atomen waar de binding tussen zit meer dan 0,4. Het atoom met de grootste elektronegativiteit wordt een beetje negatief geladen. Als je een symmetrisch molecuul hebt, zoals CO2, dan heffen de krachten elkaar als het ware op en dan heb je geen dipool. Het dipoolmoment is dan 0 *zie binas 55). In dit filmpje staat er meer over: ruclips.net/video/KuyxVbO3NcI/видео.html
Geachte meneer, Ik wil u enorm bedanken voor u heldere uitleg altijd! Mijn examens zijn over 17 dagen, ik heb me optimaal voorbereid, ik heb namelijk alle examens vanaf 2016 tot 23 geoefend. Ik haal alleen maar 9,2 tot 10. Doch ik wil nog meer! Ik zou graag een suggesties en tips van uw willen krijgen, over het lezen van teksten, omgaan met de tijd, controleren van vragen, echt over alles. Dus wat zou u mij kunnen suggereren? UW BENT DE BESTE SCHEIKUNDE LERAAR. Ik zie uw reactie graag tegemoet. Hartelijk groet,
Al s je zo goed hebt geoefend met zulke mooie resultaten, dan moet het helemaal goed gaan komen! Hier nog een filmpje met wat tips: ruclips.net/video/RRP5bruxo_0/видео.html Als je 2 minuten per punt gebruikt, heb je op het eind nog ruim genoeg tijd om je kleine vergissingen eruit te halen. Hier staat ook de samenvatting: scheikundehavovwo.nl/vwo-examen1/index. Heb vertrouwen in jezelf. Succes ermee!!!
Dit filmpje heeft me weer enorm geholpen. Ik hou echt hoe u straight to the point bent en het gewoon eenvoudig uitlegt vergeleken met andere docenten. Het is ook zo fijn dat u het steeds met voorbeelden laat zien of examen opdrachten erbij maakt, zo fijn! U bent echt een held
Fijn dat het filmpje helpt! Net zag ik een andere vraag van jou die ik nu niet meer kan zien. Een C-H binding is altijd een apolaire binding omdat het verschil in elektonegativiteit (zie binas40A) tussen C en H niet groter is dan 0,4. Het verschil in elektronegativiteit tussen C en Cl is wel grotet dan 0,4. Dus dat is wel een polaire atoombinding. Het atoom met de grootste elektronegativiteit (Cl bij C-Cl) is dan een beetje negatief geladen. Snap je dat zo>
@@scheikundechallenge7762Duidelijk!! Dank u wel!
Ik snap dat polair negatief maar wanneer is het dipool dipoolbinding en wanneer niet. U zei wat over krachten die elkaar opheffen maar ik begrijp het niet helemaal
Als een molecuul een dipoolmolecuul is, dan trekt de negatieve kant van het ene molecuul de positieve kant van een ander molecuul aantrekken, dat is de dipool-dipool interactie. In een dipoolmolecuul zit altijd een polaire binding. Als je CO2 en SO2 vergelijkt, dan hebben ze beide moleculen polaire atoombindingen. CO2 is geen dipoolmolecuul en SO2 wel. Dat komt omdat bij CO2 de krachten elkaar als het ware opheffen, vergelijk het met een touwtrekwedstrijd tussen twee even sterke teams. Dan is het centrum van de positieve lading in het midden van het molecuul en het centrum van de negatieve lading ook, daarom is het geen dipool. In en SO2 molecuul zit een knik, ne als bij H2O, daarom is dit molecuul wel een dipoolmolecuul. Wordt het zo een beetje duidelijker?
Je kunt ook kijken in binas 55, als het dipoolmoment 0 is, dan is een stof geen dipool en zijn er ook geen dipool-dipool interacties
@@scheikundechallenge7762 oke dus als ik het goed begrijp trekt de atoom met meeste elektronegativiteit aan het elektron binding waarom hij beetje negatief wordt en de andere juist positief, bij CO2 heb je dus een lineaire structuur ze trekken als het ware beiden kanten even hard dus geen dipool dipool interactie maar bij SO2 is het wel van de hoek die ze maken en de krachten elkaar niet opheffen en dus sprake is van een dipool dipool interactie klopt het nu?
@@brawlhallasenpai9302 Klopt helemaal!!
als het dipool is betekent het dat de stof apolair is? omdat de elektronegativiteit onder 0,4 ligt? of hoe kan ik dit weten?
De elektronegativiteit staat in binas 40A, als het verschil in elektronegativiteit groter is dan 0,4 dan is de atoombinding polair. Bij een verschil van 0,4 zoals de C-H binding dus niet.
In een dipoolmolecuul heb je altijd polaire atoombdining. Maar soms heb je wel polaire atoombindingen, maar is een molecuul toch geen dipool vanwege de symmetrie. Een bekend voorbeeld daarvan is CO2 (zie binas 55). Hier staat er wat meer uitleg over ruclips.net/video/KuyxVbO3NcI/видео.html. Hopelijk is het zo wat duidelijker.
Hoe weet je hoe je een molecuul moet tekenen? Want hoe weet je bijvoorbeeld dat je CO2 linear moet tekenen en niet met hoeken?
De C in CO2 heeft omringingsgetal 2. Bij het bepalen van het omringsgetal telt een dubbele binding voor 1. Bij omringingsgetal 2 hoort een bindingshoek van 180 graden. Het gevolg daarvan is een lineait molecuul.
@@WouterRenkema maar hoe weet je dan wat het omringingsgetal is van een bepaald atoom?
Je kijkt per atoom hoeveel bindingen het atoom heeft, je telt enkele, dubbele en drievoudige bindingen allemaal voor 1 daar tel je het aantal niet-bindende elektronenparen bij op. Het getal dat daar uitkomt is het omringingsgetal.
In CO2 heb je dus bij de C twee keer een (dubbele) binding, dus omringingsgetal 2. Bij O heb je 1 keer een (dubbele) binding en twee vrije elektronenparen, dus O heeft dan omringingsgetal 3.
hoe weet je of een deeltje een dipool is
Om een dipoolmolecul te hebben, heb je minimaal 1 polaire atoombinding nodig. Dan is het verschil in elektronegativiteit (binas 40A)tussen de atomen waar de binding tussen zit meer dan 0,4. Het atoom met de grootste elektronegativiteit wordt een beetje negatief geladen. Als je een symmetrisch molecuul hebt, zoals CO2, dan heffen de krachten elkaar als het ware op en dan heb je geen dipool. Het dipoolmoment is dan 0 *zie binas 55). In dit filmpje staat er meer over: ruclips.net/video/KuyxVbO3NcI/видео.html
Geachte meneer,
Ik wil u enorm bedanken voor u heldere uitleg altijd! Mijn examens zijn over 17 dagen, ik heb me optimaal voorbereid, ik heb namelijk alle examens vanaf 2016 tot 23 geoefend. Ik haal alleen maar 9,2 tot 10. Doch ik wil nog meer! Ik zou graag een suggesties en tips van uw willen krijgen, over het lezen van teksten, omgaan met de tijd, controleren van vragen, echt over alles. Dus wat zou u mij kunnen suggereren? UW BENT DE BESTE SCHEIKUNDE LERAAR.
Ik zie uw reactie graag tegemoet.
Hartelijk groet,
Al s je zo goed hebt geoefend met zulke mooie resultaten, dan moet het helemaal goed gaan komen! Hier nog een filmpje met wat tips: ruclips.net/video/RRP5bruxo_0/видео.html Als je 2 minuten per punt gebruikt, heb je op het eind nog ruim genoeg tijd om je kleine vergissingen eruit te halen. Hier staat ook de samenvatting: scheikundehavovwo.nl/vwo-examen1/index. Heb vertrouwen in jezelf. Succes ermee!!!
@@scheikundechallenge7762 Zeer bedankt!