Jordy, bij 31.30 begin ik over de oorzaken van werkloosheid. Bij structuur werkloosheid geef ik aan dat oorzaak kan zijn dat kwaliteit te slecht of prijs van producten te hoog is (dat is een oorzaak van kwantitatieve structuurwerkloosheid) en dat vraag en aanbod niet op elkaar aansluiten (dat is kwalitatieve structuurwerkloosheid). Het wordt alleen niet expliciet in de PP vermeld. Ik het frictie en seizoen weggelaten (hoort er wel bij) omdat die vaak wel goed begrepen worden. Grtn, Frank
Eén tip in ruil, als ik zo vrij mag zijn :) : Als je in powerpoint linksboven op file drukt en daarna page setup, dan kan je de ratio van je dia's veranderen. Als je de ratio op 16:9 zet dan hebben je video's geen zwarte banden aan de zijkant. Dan is de video zegmaar 'fullscreen'
Je maakt heel duidelijke, fijne filmpjes, maar ik ben bang dat ik iets mis (seizoenswerkloosheid, frictiewerkloosheid, splitsing kwalitatieve en kwantitatieve structuurwerkloosheid), of zijn die verwaarloosbaar?
Wat bedoel je precies? Heb je het over oplossingen die er zijn voor kwantitatieve structuur werkloosheid? Het zorgen voor nieuwe arbeidsplaatsen (door de overheid, bedoel je neem ik aan), is natuurlijk een algemene oplossing voor werkloosheid. Het gaat er vooral om HOE ze die toename van het aantal arbeidsplaatsen gaan realiseren. Bijvoorbeeld door de premies voor werkgevers te verlagen, waardoor arbeid in verhouding tot kapitaal goedkoper wordt. Grtn, Frank
Romana, gepensioneerden zijn ouder dan 65 jaar (binnenkort omdat de AOW leeftijd wordt verhoogd wordt deze leeftijd aangepast). Vutters zijn mensen die voor hun 65e al met pensioen gaan. Beroepsgeschikte bevolking = alle mensen tussen 15 en 65 jaar (daar horen de gepensioneerden dus niet bij en de vutters wel). Beroepsbevolking = alle mensen tussen 15 en 65 jaar die minimaal 12 uur per week WILLEN EN KUNNEN werken. Zowel de gepensioneerden als de vutters horen hier niet bij. Grtn, Frank
Dan is er geen werkloosheid en spreek je van een (zeer) krappe arbeidsmarkt. Gevolg is dat de lonen zullen stijgen. Ga maar na: als de vraag naar een product stijgt gaat de prijs omhoog en loon is de prijs van het inhuren van de productiefactor arbeid. Duidelijk? Grtn, Frank
+Lotte Kasius De vraag naar arbeid komt inderdaad van de werkgevers (de bedrijven en de overheid vragen de productiefactor arbeid). Bijvoorbeeld de Albert Heijn is een vrager op de arbeidsmarkt. Jij biedt je op de arbeidsmarkt aan en bent dus een aanbieder. Als jij een baan bij de AH hebt, dan is de AH dus in de vraag naar arbeid voorzien. Jij hoort dan dus zowel bij de vraag (je vervult de vraag naar arbeid van de AH) als het aanbod (je hoort bij de beroepsbevolking. Vergelijkbaar met een pot pindakaas. Als jij pindakaas lekker vindt ben je een vrager van pindakaas. Calve is een aanbieder van pindakaas. Als jij pindakaas koopt en op je brood smeert hoort die pot door de Calve aangeboden pindakaas dus bij de vraag naar pindakaas. Kwam even niet op een ander voorbeeld. Hopelijk zo duidelijk. Sorry, ga ff een pot pindakaas kopen ;) Grtn, Frank
6:54 , U zegt hier dat er veel vraag is en weinig aanbod, maar is dit dan niet andersom? ( Omdat bij de arbeidsmarkt de werkgever de vrager is en de werknemer de aanbieder ) Gr jesse
+Gamer Bawz Wat je zegt over de vragers en aanbieders op de arbeidsmarkt klopt. Dat zeg ik in deze les ook. Bij een krappe arbeidsmarkt is vraag op de arbeidsmarkt (afkomstig van de werkgevers: bedrijven en overheid) > aanbod van arbeid (afkomstig van de werknemers: noemen we ook wel de beroepsbevolking). Daardoor stijgen de lonen. Hopelijk zo duidelijk. Grtn en succes, Frank
STRUCTUURWERKLOOSHEID: KWALITATIEF: De werkzoekenden beschikken niet over de juiste KWALITEITEN om te kunnen voldoen aan de vacatures die er zijn OPLOSSINGEN: de werkzoekenden stimuleren tot om-/her-/bijscholing om zo wél geschikt te worden voor de vacatures mensen stimuleren om een baan te accepteren in een andere regio (bijvoorbeeld door verhuiskosten aftrekbaar te maken van de belasting). KWANTITATIEF: onvoldoende arbeidsplaatsen om iedereen uit de beroepsbevolking een baan te verschaffen, want concurrentiepositie van bedrijven is slecht (te hoge prijs of te slechte kwaliteit van producten) OORZAKEN: vervanging van arbeid door kapitaal (mechanisering / automatisering) verbeterde productiemethoden (hogere arbeidsproductiviteit) verplaatsing van productie naar het buitenland (global shift) OPLOSSINGEN: LT: inversteringsklimaat verbeteren of instandhouden (voorbeeld: door: meer scholing --> grotere arbeidsproductiviteit --> conc.positie verbeterd en er komen arbeidsplaatsen vrij Letop: arbeidsprodstijging is zowel oorzaak als oplossing =raar maar waar) of KT: maatregelen nemen om beschikbaar werk te verdelen over de beroepsbevolking: *VUT; ouderen eerder laten stoppen met werken *Stimuleren van deeltijdwerk *ATV; een volle baan terugbrengen in uren (bijvoorbeeld van 40 uur per week naar 36 uur per week)
Dank, Frank! Maar ik heb wel een vraag.. In het voorbeeld met rekenen tussen werkgelegenheid, beroepsbevolking en werkloosheid is het 4.500.000, 5.000.000 en 500.000, maar ik vraag me af wat er gebeurt als het aanbod veel kleiner is dan de vraag. Hoe reken je er dan mee?
In het filmpje wordt gezegd dat gepensioneerden bij de niet-beroepsbevolking horen, maar gepensioneerden zijn al >65 jaar, zij horen dus bij de niet- beroepsgeschikte bevolking en niet bij de niet-beroepsbevolking! De mensen die met de VUT zijn, horen wel bij de niet-beroepsbevolking!
volgens mij nklopt jou defnitie van ruime en krappe arbeidsmarkt niet. volgens mij is het zo: lage werkloosheid(veel werkenden) --> aanbod krappe arbeidsmarkt hoge werkloosheid(weinig werkenden)--> aanbod>vraag --> ruime arbeidsmarkt dus als het aanbod vanuit de bevolking kleiner is en de vraag naar arbeid vanuit de bedrijven groter is betekent dat dat er veel werkenden zijn en dus een lage werkloosheid. als het aanbod vanuit de bevolking groter is en de vraag naar arbeid vanuit de bedrijven kleiner is betekent dat er weinig werkenden zijn en dus een hoge werkloosheid, omdat er niet voor elk persoon werk is.
Colette, ik geef niet een exacte definitie van een ruime of krappe arbeidsmarkt (zoals ik dat bijvoorbeeld wel bij de beroepsbevolking doe). Ik leg alleen uit wat er met een ruime en krappe arbeidsmarkt wordt bedoeld aan de hand van voorbeelden. Deze voorbeelden voor lopende band werkers en topvoetballers komt redelijk overeen met jouw omschrijving. Ik zie het probleem dus niet. In ieder geval bedankt voor je feedback. Grtn, Frank
Gare gast, die heb ik niet eerder gehoord ;) TIP: als je onder het filmpje op "meer weergeven" klikt krijg je de inhoudsopgave. Dan kan je alleen de uitleg eruit halen die je nodig hebt. Verder kan je bij de instellingen de snelheid wat opvoeren als het te langzaam gaat. Succes, groeten van Frank Economie
Handig dit, even voor mijn toetsweek in V4, dit kijken. Goed samengevat!
Goede uitleg, wel heel erg traag.
zet je snelheid op 1,25 heel mss 1,50
snelheid op 1,25 en het is nog steeds goed te volgen.
Haha, zeker. Gas erop! Groet, Frank van de Economie Academy
precies die lol ik deed m op 1.35
Jordy, bij 31.30 begin ik over de oorzaken van werkloosheid. Bij structuur werkloosheid geef ik aan dat oorzaak kan zijn dat kwaliteit te slecht of prijs van producten te hoog is (dat is een oorzaak van kwantitatieve structuurwerkloosheid) en dat vraag en aanbod niet op elkaar aansluiten (dat is kwalitatieve structuurwerkloosheid). Het wordt alleen niet expliciet in de PP vermeld. Ik het frictie en seizoen weggelaten (hoort er wel bij) omdat die vaak wel goed begrepen worden. Grtn, Frank
zet deze video op 0,5 snelheid en kijk wat er gebeurt
Eén tip in ruil, als ik zo vrij mag zijn :) :
Als je in powerpoint linksboven op file drukt en daarna page setup, dan kan je de ratio van je dia's veranderen. Als je de ratio op 16:9 zet dan hebben je video's geen zwarte banden aan de zijkant. Dan is de video zegmaar 'fullscreen'
Heel erg bedankt, ik haalde namelijk altijd vraag&aanbod door elkaar heen.
Je maakt heel duidelijke, fijne filmpjes, maar ik ben bang dat ik iets mis (seizoenswerkloosheid, frictiewerkloosheid, splitsing kwalitatieve en kwantitatieve structuurwerkloosheid), of zijn die verwaarloosbaar?
Morgen een economie PTA, heeft erg geholpen!
Veel geleerd heeft erg geholpen zeer bedankt.
Wat bedoel je precies? Heb je het over oplossingen die er zijn voor kwantitatieve structuur werkloosheid? Het zorgen voor nieuwe arbeidsplaatsen (door de overheid, bedoel je neem ik aan), is natuurlijk een algemene oplossing voor werkloosheid. Het gaat er vooral om HOE ze die toename van het aantal arbeidsplaatsen gaan realiseren. Bijvoorbeeld door de premies voor werkgevers te verlagen, waardoor arbeid in verhouding tot kapitaal goedkoper wordt. Grtn, Frank
Whahahah ik heb de snelheid ff op 1,5 gegooit inplaats van 1 (normaal)
bedankt voor de uitleg! Stem is wel een beetje sloom, ik moet de video altijd versneld afspelen..
Dankje wel dit is precies wat ik nodig had. Ga zo door! :D
Bedankt erg handig!
Romana, gepensioneerden zijn ouder dan 65 jaar (binnenkort omdat de AOW leeftijd wordt verhoogd wordt deze leeftijd aangepast). Vutters zijn mensen die voor hun 65e al met pensioen gaan.
Beroepsgeschikte bevolking = alle mensen tussen 15 en 65 jaar (daar horen de gepensioneerden dus niet bij en de vutters wel).
Beroepsbevolking = alle mensen tussen 15 en 65 jaar die minimaal 12 uur per week WILLEN EN KUNNEN werken. Zowel de gepensioneerden als de vutters horen hier niet bij.
Grtn, Frank
Dan is er geen werkloosheid en spreek je van een (zeer) krappe arbeidsmarkt. Gevolg is dat de lonen zullen stijgen. Ga maar na: als de vraag naar een product stijgt gaat de prijs omhoog en loon is de prijs van het inhuren van de productiefactor arbeid. Duidelijk? Grtn, Frank
hoe los je dan structurele Werkloosheid op
19:49 , Waarom horen de mensen die een baan hebben, bij de vraag naar arbeid? Vraag naar arbeid zijn toch juist de werkgevers?
+Lotte Kasius De vraag naar arbeid komt inderdaad van de werkgevers (de bedrijven en de overheid vragen de productiefactor arbeid). Bijvoorbeeld de Albert Heijn is een vrager op de arbeidsmarkt. Jij biedt je op de arbeidsmarkt aan en bent dus een aanbieder. Als jij een baan bij de AH hebt, dan is de AH dus in de vraag naar arbeid voorzien. Jij hoort dan dus zowel bij de vraag (je vervult de vraag naar arbeid van de AH) als het aanbod (je hoort bij de beroepsbevolking.
Vergelijkbaar met een pot pindakaas. Als jij pindakaas lekker vindt ben je een vrager van pindakaas. Calve is een aanbieder van pindakaas. Als jij pindakaas koopt en op je brood smeert hoort die pot door de Calve aangeboden pindakaas dus bij de vraag naar pindakaas.
Kwam even niet op een ander voorbeeld. Hopelijk zo duidelijk. Sorry, ga ff een pot pindakaas kopen ;) Grtn, Frank
+Economie Academy Hilversum Heel erg bedankt! ik snap het nu :) , onderweg naar de supermarkt voor die pot pindakaas gr Lotte
+Lotte Kasius Ik lust ook wel een pot!
+Suzanne denboef hahahahahhahahahahshahahahahaha
Misschien smeer je liever chocopasta op je brood ;)
Bij structuurwerkloosheid mis ik het zorgen voor nieuwe arbeidsplaatsen (kwantitatieve werkloosheid)
Inderdaad, dat bedoelde ik (als oplossing). Duidelijk nu :)
6:54 , U zegt hier dat er veel vraag is en weinig aanbod, maar is dit dan niet andersom? ( Omdat bij de arbeidsmarkt de werkgever de vrager is en de werknemer de aanbieder ) Gr jesse
+Gamer Bawz Wat je zegt over de vragers en aanbieders op de arbeidsmarkt klopt. Dat zeg ik in deze les ook.
Bij een krappe arbeidsmarkt is vraag op de arbeidsmarkt (afkomstig van de werkgevers: bedrijven en overheid) > aanbod van arbeid (afkomstig van de werknemers: noemen we ook wel de beroepsbevolking). Daardoor stijgen de lonen.
Hopelijk zo duidelijk. Grtn en succes, Frank
+Economie Academy Hilversum Dank u voor het snelle antwoord, ik begrijp het nu! Gr Jesse
STRUCTUURWERKLOOSHEID:
KWALITATIEF: De werkzoekenden beschikken niet over de juiste KWALITEITEN om te kunnen voldoen aan de vacatures die er zijn
OPLOSSINGEN:
de werkzoekenden stimuleren tot om-/her-/bijscholing om zo wél geschikt te worden voor de vacatures
mensen stimuleren om een baan te accepteren in een andere regio (bijvoorbeeld door verhuiskosten aftrekbaar te maken van de belasting).
KWANTITATIEF: onvoldoende arbeidsplaatsen om iedereen uit de beroepsbevolking een baan te verschaffen, want concurrentiepositie van bedrijven is slecht (te hoge prijs of te slechte kwaliteit van producten)
OORZAKEN: vervanging van arbeid door kapitaal (mechanisering / automatisering)
verbeterde productiemethoden (hogere arbeidsproductiviteit)
verplaatsing van productie naar het buitenland (global shift)
OPLOSSINGEN: LT: inversteringsklimaat verbeteren of instandhouden (voorbeeld: door: meer scholing --> grotere arbeidsproductiviteit --> conc.positie verbeterd en er komen arbeidsplaatsen vrij Letop: arbeidsprodstijging is zowel oorzaak als oplossing =raar maar waar)
of KT: maatregelen nemen om beschikbaar werk te verdelen over de beroepsbevolking: *VUT; ouderen eerder laten stoppen met werken
*Stimuleren van deeltijdwerk
*ATV; een volle baan terugbrengen in uren (bijvoorbeeld van 40 uur per week naar 36 uur per week)
+SevenSentences Goede samenvatting van oorzaken en oplossingen voor kwantitatieve en kwalitatieve structuurwerkloosheid. Grtn, Frank
Ik zie dat u een powerpoint afspeelt staat deze powerpoint misschien op internet of is deze van u zelf
Dank, Frank! Maar ik heb wel een vraag.. In het voorbeeld met rekenen tussen werkgelegenheid, beroepsbevolking en werkloosheid is het 4.500.000, 5.000.000 en 500.000, maar ik vraag me af wat er gebeurt als het aanbod veel kleiner is dan de vraag. Hoe reken je er dan mee?
Ja weet ik niet
Ja, maar ik bedoelde meer het rekenen echt. Toch bedankt!
In het filmpje wordt gezegd dat gepensioneerden bij de niet-beroepsbevolking horen, maar gepensioneerden zijn al >65 jaar, zij horen dus bij de niet- beroepsgeschikte bevolking en niet bij de niet-beroepsbevolking! De mensen die met de VUT zijn, horen wel bij de niet-beroepsbevolking!
volgens mij nklopt jou defnitie van ruime en krappe arbeidsmarkt niet. volgens mij is het zo:
lage werkloosheid(veel werkenden) --> aanbod krappe arbeidsmarkt
hoge werkloosheid(weinig werkenden)--> aanbod>vraag --> ruime arbeidsmarkt
dus als het aanbod vanuit de bevolking kleiner is en de vraag naar arbeid vanuit de bedrijven groter is betekent dat dat er veel werkenden zijn en dus een lage werkloosheid.
als het aanbod vanuit de bevolking groter is en de vraag naar arbeid vanuit de bedrijven kleiner is betekent dat er weinig werkenden zijn en dus een hoge werkloosheid, omdat er niet voor elk persoon werk is.
Colette, ik geef niet een exacte definitie van een ruime of krappe arbeidsmarkt (zoals ik dat bijvoorbeeld wel bij de beroepsbevolking doe). Ik leg alleen uit wat er met een ruime en krappe arbeidsmarkt wordt bedoeld aan de hand van voorbeelden. Deze voorbeelden voor lopende band werkers en topvoetballers komt redelijk overeen met jouw omschrijving. Ik zie het probleem dus niet. In ieder geval bedankt voor je feedback. Grtn, Frank
👍🏼👍🏼👍🏼
puike noordzuid-lijn grap !
Dankjeeeee! :DDDDD
''Oke, dag''
Kan iemand een samenvatting van dit filmpje hier neerzetten want ik ga geen 36min luisteren naar een of andere gare gast die iets aant uitleggen is.
Gare gast, die heb ik niet eerder gehoord ;) TIP: als je onder het filmpje op "meer weergeven" klikt krijg je de inhoudsopgave. Dan kan je alleen de uitleg eruit halen die je nodig hebt. Verder kan je bij de instellingen de snelheid wat opvoeren als het te langzaam gaat. Succes, groeten van Frank Economie
@@FrankEconomie 👊
haha jordi tuurlijk kom ik jou hier tegen (gr. lieve)
ez 10
Kunnen we gewoon niet zeggen dat de betalers ook de vragers zijn?
Jawel
Messi is geen spits maar maakt niet uit en inderdaad beetje sloom aan het praten heb 1,25 snelheid gezet
Haha. Nummer 10 idd, je hebt gelijk. Hij kan wel scoren! Succes met leren.