HC China - Chinees Communisme (Maoïsme)
HTML-код
- Опубликовано: 27 янв 2025
- Revolutie is geen etentje met gasten, niet het schrijven van een verhandeling of het schilderen van een schilderij, geen borduurwerkje; revolutie kan niet zo elegant zijn, zo gemakkelijk en bedaard, niet zo verfijnd van uiterlijk en inhoud, niet zo vriendelijk, plezierig, beleefd, bescheiden en wellevend.
Revolutie is oproer, een gewelddadige actie van een klasse die een andere klasse omverwerpt.
MAO ZEDONG, Het Rode Boekje (Utrecht/Antwerpen 1967), vertaling C. Schepel, p. 17.
De Chinese Communistische Partij verenigt het Marxistisch-Leninistisch gedachtegoed met de praktijk van de Chinese revolutie Mao Zedong-denken en neemt dit tot uitgangspunt van al haar functioneren en zet zich af tegen dogmatische of pragmatische neigingen.
JONATHAN SPENCE, Mao Zedong (New York 1999), 101: Marxism was now sinified the leader was the sage.
Zodra de raderen in het hele land weer op gang waren gebracht ging de CCP aan de slag met haar eigen programma. Er waren twee doelstellingen: De socialisatie van de landbouw en de opbouw van een krachtige industrie, georganiseerd in staatsondernemingen.
VICTOR WESSELING, Een geschiedenis van China, hoe het verleden de Volksrepubliek verklaart (Zutphen 2023), p. 220
Om deze… tegenstellingen, die tussen de vijand en onszelf en die binnen het volk, correct te begrijpen moeten wij allereerst duidelijk maken wat het ‘het volk’ en wat ‘de vijand’ is… In het huidige stadium, in de periode van de opbouw van het socialisme, horen alle klassen, geledingen en maatschappelijke groeperingen die het eens zijn met, en steun verlenen en deelnemen aan het socialistisch opbouwwerk binnen de kring van het volk; alle maatschappelijke krachten en maatschappelijke groeperingen die zich tegen de socialistische revolutie verzetten en de socialistische opbouw vijandig gezind zijn of er afbreuk aan doen zijn vijanden van het volk.
MAO ZEDONG, Het Rode Boekje (Utrecht/Antwerpen 1967), vertaling C. Schepel, 34.
Alles bij elkaar waren tegen het einde van 1951 meer dan 10 miljoen landeigenaren onteigend en was meer dan 40 procent van het land in andere handen overgegaan.
Het exacte aantal slachtoffers dat bij de landhervorming is omgekomen zal wel nooit bekend worden, maar het is onwaarschijnlijk dat dit tussen 1947 en 1952 minder dan 1,5 tot 2 miljoen mensen zal zijn geweest. Van miljoenen anderen werd het leven verwoest doordat ze werden gestigmatiseerd als uitbuiters en klassenvijanden.
FRANK DIKÖTTER, The Tragedy of Liberation. A History of the Chinese Revolution, 1945-1957 (Londen 2013), p. 83.