Werkwoorden (tegenwoordige tijd). Dutch verbs (present tense). Nederlands leren: NT2, A1, beginners
HTML-код
- Опубликовано: 12 сен 2024
- Werkwoorden in de tegenwoordige tijd. Nederlands leren, Dutch verbs in the present tense: NT2, A1 (beginners)
Dit is een video over het vervoegen Nederlandse werkwoorden.
Vervoegen betekent: een werkwoord in de juiste vorm zetten. De juiste vorm is de vorm die overeenkomt met het onderwerp.
Het vervoegen van werkwoorden in het Nederlands is niet moeilijk: alle regelmatige werkwoorden vervoeg je op dezelfde manier.
De spelling van de werkwoorden is soms een probleem. De stam moet, na het weghalen van '-en' vaak nog aangepast worden aan de Nederlandse spellingsregels.
In deze video geef ik voorbeelden van verschillende categorieën werkwoorden.
1) Werkwoorden waarbij je de stam maakt met de infinitief min '-en'
Bijvoorbeeld: zingen, dansen, werken
2) Werkwoorden waarbij je de stam maakt met de infinitief min '-en' + een extra klinker
Bijvoorbeeld: praten, kopen, delen
3) Werkwoorden waarbij je de stam maakt met de infinitief min '-en' - een medeklinker
Bijvoorbeeld: beginnen, wennen, missen
4) Werkwoorden waarbij je de stam maakt met de infinitief min '-en' en waarbij je de 'v' en de 'z' verandert in een 'f' en een 's'
Bijvoorbeeld: geven, leven, verliezen
Volg me ook op Instagram: @nederlandsmetanne
Nederlands leren, NT2, learn Dutch, Dutch for beginners, A1
#Nederlandsleren #NT2 #Werkwoorden