Ds. H.H. Romkes | Het Brood des levens voorgesteld | Johannes

Поделиться
HTML-код
  • Опубликовано: 10 дек 2024
  • Predikatie gehouden door ds. H.H. Romkes op 1 juli 2021 in de Oud Gereformeerde Gemeente in Nederland te Sint-Philipsland.
    Thema: Het Brood des levens wordt voorgesteld
    1. Wat Christus zegt van zichzelf
    2. Voor wie Christus voedsel is
    3. Dat het Brood duurzaam is
    Schriftlezing: Johannes 6:22-40
    22 Des anderen daags de schare, die aan de andere zijde der zee stond, ziende dat aldaar geen ander scheepje was dan dat ene, waar Zijn discipelen ingegaan waren, en dat Jezus met Zijn discipelen in dat scheepje niet was gegaan, maar dat Zijn discipelen alleen weggevaren waren;
    23 (Doch er kwamen andere scheepjes van Tibérias nabij de plaats waar zij het brood gegeten hadden, als de Heere gedankt had.)
    24 Toen dan de schare zag dat Jezus aldaar niet was, noch Zijn discipelen, zo gingen zij ook in de schepen, en kwamen te Kapérnaüm, zoekende Jezus.
    25 En als zij Hem gevonden hadden over de zee, zeiden zij tot Hem: Rabbi, wanneer zijt Gij hier gekomen?
    26 Jezus antwoordde hun en zeide: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u, gij zoekt Mij, niet omdat gij tekenen gezien hebt, maar omdat gij van de broden gegeten hebt en verzadigd zijt.
    27 Werkt niet om de spijze die vergaat, maar om de spijze die blijft tot in het eeuwige leven, welke de Zoon des mensen ulieden geven zal; want Dezen heeft God de Vader verzegeld.
    28 Zij zeiden dan tot Hem: Wat zullen wij doen, opdat wij de werken Gods mogen werken?
    29 Jezus antwoordde en zeide tot hen: Dit is het werk Gods, dat gij gelooft in Hem Dien Hij gezonden heeft.
    30 Zij zeiden dan tot Hem: Wat teken doet Gij dan, opdat wij het mogen zien en U geloven? Wat werkt Gij?
    31 Onze vaders hebben het manna gegeten in de woestijn, gelijk geschreven is: Hij gaf hun het brood uit den hemel te eten.
    32 Jezus dan zeide tot hen: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u, Mozes heeft u niet gegeven het brood uit den hemel, maar Mijn Vader geeft u het ware Brood uit den hemel.
    33 Want het Brood Gods is Hij Die uit den hemel nederdaalt, en Die der wereld het leven geeft.
    34 Zij zeiden dan tot Hem: Heere, geef ons altijd dit Brood.
    35 En Jezus zeide tot hen: Ik ben het Brood des levens; die tot Mij komt, zal geenszins hongeren, en die in Mij gelooft, zal nimmermeer dorsten.
    36 Maar Ik heb u gezegd, dat gij Mij ook gezien hebt, en gij gelooft niet.
    37 Al wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen; en die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen.
    38 Want Ik ben uit den hemel nedergedaald, niet opdat Ik Mijn wil zou doen, maar den wil Desgenen Die Mij gezonden heeft.
    39 En dit is de wil des Vaders, Die Mij gezonden heeft, dat al wat Hij Mij gegeven heeft, Ik daaruit niet verlieze, maar hetzelve opwekke ten uitersten dage.
    40 En dit is de wil Desgenen Die Mij gezonden heeft, dat een iegelijk die den Zoon aanschouwt en in Hem gelooft, het eeuwige leven hebbe; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage.

Комментарии •