WAKTOE KATONG DOELOE Invloed Molukse politieke partijen(1950/1975)en onrecht jegens de samenleving

Поделиться
HTML-код
  • Опубликовано: 15 ноя 2024
  • Interview met Martin Pelamonia
    Vorig jaar was het 65 jaar (1958-2023) geleden dat het toenmalige kamp Vaassen door Koningin Juliana werd geopend. Naar aanleiding hiervan organiseerden de initiatiefnemers van "Waktoe Katong Doeloe" interviews en gesprekken met de tweede generatie (1951-1958) Vaassenaren, die in toenmalige kampen in Nederland zijn geboren en opgegroeid. En zich later begin jaren 70 hebben geradicaliseerd.
    Martin " Ik kan niet tegen onrechtvaardigheid"
    Martin woont in het voormalige huis van zijn Vader oom Agus Pelamonia en tante Ete Pelamonia- Leuwol aan de Iepenhof te Vaassen. De kinderen zijn Bung Chris, Martin, Rizael, Micha, Jaco, Onna, Alex en † Lientje. Martin is in 1951 geboren in kamp Beugelen te Staphorst. In een woelige tijd, van onzekerheid over de toekomst en verwarring voor velen die net uit Indonesie in Nederland aankwamen. Na 6 maanden waren ze nog steeds in Nederland. Wat nu in Nederland? Zijn vader oom Agus ex Knil militair geboren in Haria en zijn moeder zijn met hun oudste broer Chris Pelamonia in 1951 in Nederland aan gekomen. Wanneer je je toen niet veilig voelde dan zoek je steun bij kamponggenoten en familieleden zegt Martin
    De vader van Martin en anderen waren aangesloten bij de organisatie CRAMS die zich hebben ingezet voor de rechten van de Knil militairen. Als toenmalige Nederlandse onderdanen voelden zij zich van hun rechten ontnomen worden. Ze zijn oneervol ontslagen en kregen hun achterstallige soldij niet uitbetaald. En later bleek dat ze ook geen recht hadden op een pensioen. De Molukse eenheidspartij Badan Persatuan(BP) zag deze groepen in de begin jaren 50 als een bedreiging voor hun streven naar een Molukse staat (de RMS). Dit zorgde voor onrust in de Molukse kampen. Martin vertelde dat zijn ouders na aankomst via Amersfoort naar kamp Beugelen in Staphorst zijn gebracht. En daarna - met een heleboel anderen verdreven - naar een klooster te Rijckholt onder Maastricht.In 1958 zijn ze uiteindelijk verhuisd naar Vaassen samen met de familie Manuhutu en Souhoka. En kwamen te wonen in barak 21 kamer 216. Hun buren waren de familie Raubun, familie Sohilait, oom Pattirane , de familie Aipasa woonde op de andere hoek en later woonde daar de familie Nahuway. Hij realiseerde dat ondanks dat zijn vader werk had ze het moeilijk hadden. Er moest immers voor 8 kinderen eten op tafel komen. Het was passen en meten. En soms heeft hij na het eten nog een hongerig gevoel. Ondanks dit voelde Martin zich toen toch senang in het kamp leven. Het was een warme samenleving en je voelde je geborgen onder de familie, buren en vrienden. Naar zijn zeggen leek het op een kampong dat bestuurd werd door regels van ex-KNIL-militairen.
    Martin is na een jaar op de Woonoordschool kamp Vaassen te hebben gezeten naar de school met de Bijbel in het dorp Vaassen gegaan. Wat hij nog herinnerde is dat ze elke maandag ochtend voor het begin van de les, eerst versjes of Bijbelteksten moesten opzeggen die ze thuis hebben geleerd. En daarna werd er gezongen en gebeden. Na de lagere school is hij naar de Mulo gegaan. En algauw blijkt dat hij goed kon leren. En als een van de weinige Molukkers uit Vaassen naar de HBS gegaan, het christelijke Lyceum aan de Jachtlaan te Apeldoorn. Wat hij zich kon herinneren, is dat Martin Pattipeilohy en Eli Talacua hem en anderen zijn voorgegaan. Hij zat toen met Helen Matulessy uit Eerbeek en uit Vaassen met Jos Batlayar, Dina Saya en een meisje van Katipanan op het Lyceum. Martin ging die tijd niet zo vaak uit en was voortdurend aan het leren. En had ook weinig vrienden. Toen hij geslaagd was koos Martin om naar de landbouwhogeschool in Wageningen te gaan. Met als doel om daarna naar Indonesie of Nieuw-Guinea te gaan om het land op te bouwen. En wat te betekenen voor de mensen daar. Hij ging voor het eerst op kamers in Ede wonen. De studie was van korte duur naar zijn zeggen kon hij zich niet aanpassen aan het vrije studenten leven. En voelde dat hij alleen voorstond. Vervolgens is hij naar Amsterdam gegaan om rechten te studeren. Hij realiseerde opnieuw dat hij geen aansluiting kon vinden met zijn studiegenoten. Hij besefte daarna dat er geen begeleiding was voor studenten als hem die in een vrij gesloten gemeenschap zijn opgegroeid. En eigenlijk niet bekend waren met het studenten cultuur en wat zoal in een grote universiteit stad als Amsterdam speelt. En voelde zich heel erg geïsoleerd. En is toen opnieuw gestopt en omstreeks 1974 naar Vaassen teruggegaan. Toen realiseerde hij hoe gesloten de samenleving in kamp Vaassen was. En men toen eigenlijk nauwelijks benul had wat zoal buiten de Molukse samenleving afspeelde. En welke rol de toenmalige Molukse leiders toen hebben ingenomen. En Welke mistanden zich hebben afgespeeld. Martin is met Mirelva zijn vrouw een aantal jaren geleden naar Haria geweest.
    ''WAKTOE KATONG DOELOE'' Molukkers in Nederland gebleven
    Zie video interview met Martin Pelamonia.

Комментарии •