Voegen met WS Voegmortel

Voegmortel
WS Voegmortel is kant en klare voegmortel welke gebruikt kan worden voor het invoegen van diverse bestratingen met een voegbreedte van minimaal 5 mm (max. 8 mm) en welke niet door gemotoriseerd verkeer worden belast. De voegmortel is poreus met een grove korrel, wat zorgt voor een goede waterdoorlatendheid.
Voor WS voegmortel is een minimale voegdiepte nodig van 30 mm. De voeg is water- en luchtdoorlatend en hardt uit door de zuurstof in de lucht. De voegmortel is eenvoudig met water te verwerken en te verkrijgen in de kleuren steengrijs en basalt.
Verwerking
De te voegen oppervlakte dient van te voren kletsnat te worden gemaakt. Hierdoor wordt het zuigeffect van de steen gereduceerd en het ontstaan van de glansfilm (bijna) volledig vermeden. Daarna de voegmortel op de nat gemaakte oppervlakte aanbrengen en met een trekker (of bezem) intensief in de voegen verwerken. Tussentijds veel water gebruiken om de voegen goed te verdichten en verdamping van het water te voorkomen. De mortel aandrukken met een voegspijker, met de hand (gebruik wel handschoenen) of voegenroller. Vervolgens het oppervlakte opnieuw en op dezelfde manier invoegen.
Aan de oppervlakte achtergebleven mortelresten na ca. 5 minuten met een half harde bezem diagonaal ten opzichte van de bestrating volledig verwijderen. Deze resten mogen NIET meer in de nog open voegen aangebracht worden. Als laatste wordt, met een zachte waterstraal (op ca. 25 cm afstand), het oppervlakte afgespoeld. Daardoor verdicht het materiaal zich automatisch van zelf. De nog achtergebleven restanten van het oppervlak vegen. Het eventueel achtergebleven microfijne filmlaagje zal door UV-licht en weersinvloeden afgebroken worden.
Bij de verwerking adviseren wij u beschermende kleding te dragen. Voegmortel buiten het bereik van kinderen houden.
Opmerking: De voegmortel kan bij zeer poreuze bestratingsmaterialen zorgen voor een onregelmatige kleurverdieping. Bij twijfel adviseren wij u van te voren een test uit te voeren op het materiaal.