BRANDENDE RADEREN MET PASEN

In het dorpje Lügde in het Teutenburgerwoud laat men met Pasen brandende raderen van de bergen afrollen om de aarde te bevruchten. Maar dit jaar niet, wegens de Coronacrisis, om de mensenmenigte die het aantrekt.
Volgens de overlevering bezocht Karel de Grote het dorp in 784 en wilde dit heidense gebruik verbieden, maar hij draaide bij. Als de raderen voortaan in Christus naam zouden rollen, mocht het wel. De teksten in de wielen getuigen nu van de trouw aan de voorouders. Ze symboliseren de zon. Pasen heet in Duitsland Oster, genoemd naar de Germaanse godin Ostara,
Iraniers in Nederland springen nu nog op de laatste dinsdag van hun oud Perzisch jaar door het vuur, ook omdat dat geluk brengt. In Almere bij voorbeeld. Ze geloven dat de Faravahar, ook dat de geesten van de doden en de beschermengelen voor de mens terugkomen voor hereniging en roepen: Sorkhi-ye aan az man; Zardi-ye man az aan (Geef me je mooie rode kleur, en neem mijn ziekelijke bleekheid terug). As en roet brengen overal in Indo-Europa vruchtbaarheid en geluk. Men springt als reiniginsritueel door het vuur. Zelfs het vee werd er doorheen geleid.
Van Sint Maarten en Sinterklaas totdat dag en nacht even lang zijn, maken mensen tijdens nog bestaande oude Indo-Europese feesten hun gezicht in de winter zwart met roet, omdat het geluk brengt.
Het is te zien in de film: Mijn Ontmoetingen met de Duivel.
www.WILDGERAASDEFILM.nl