Cabaret Don Quishocking • De mooiste meid

Поделиться
HTML-код
  • Опубликовано: 7 сен 2024
  • Van de elpee "Waar het valt daar legt het" (1972)
    opgenomen in de Katholieke Hogeschool te Tilburg
    tekst: George Groot
    muziek: Pieter van Empelen
    Cabaret Don Quishocking:
    Anke Groot, George Groot, Fred Florusse, Jacques Klöters, Pieter van Empelen
    Ze was de mooiste meid van 't hele dorp; ze was de trots van alle ommelanden
    Als je d'r schouders en d'r dikke kuiten zag dan stond het water dadelijk in je handen
    Als ze voorbij kwam op d'r oude Fongersfiets en er stond een harde tegenwind
    Dan wist een elke kerel waar 'ie kijken moest; het was een heerlijk kind
    Omdat ze onbetwist de allermooiste was werd door het hele dorp met haar gegeurd
    Als er een bloemenkoningin moest wezen dan viel natuurlijk haar die er te beurt
    En bij een voetbalcompetitie of een roeiwedstrijd bevochten ze mekaar als leeuwen
    Want elke mededinger wist maar al te goed dat zij de prijzen uit mocht delen
    Zo was er ook een keer een soort concours hippique waarbij het hele dorp weer aan de kant zat
    Omdat men dat jaar nogal goed bij kas zat was de eerste prijs een zweep met zilv´ren handvat
    Na afloop van de wedstrijd stond zij op het podium en naast haar stond de kampioen
    En de spanning steeg ten top want iedereen die was benieuwd wat of ze nou zou doen
    Zou ze het doen, zou ze het doen
    Dat was voor iedereen de vraag
    Geeft ze hem een zoen geeft ze hem een zoen
    Geeft ze hem de volle laag
    Ze gaf hem een zoen!
    Van afgunst zagen alle mannen groen
    En blozend zei de winnaar:
    "Was ik maar haar minnaar
    Want wat heb ik aan die poen;
    Enkel en alleen die zoen die zoen die zoen
    Daar was 't me om te doen"
    Ja, ja
    De acclamatie was nog al verdeeld want alle mannen wreven in d'r handen
    Alleen de dames uit de buurt - vooral de middelbare dames -riepen luidkeels schande
    En toen een enthousiasteling het voorstel deed om elke maand een wedstrijd te gaan rijden
    Toen is dat afgeketst omdat de vrouwen dreigden zich gezamenlijk te laten scheiden
    Maar toen het jaar daarop de dameskrans besloot een honderdjarige te gaan eren
    Van wie men wist dat het zijn allerliefste wens was om alsnog te emigreren
    Toen sprak die mooie meid: "we sparen met zijn allen voor een vliegreis en die bied ik aan"
    Toen kregen alle dames rode vlekken in haar nek en dachten "oh; hoe moet dat gaan"
    Zou ze het doen, zou ze het doen
    Dat was voor iedereen de vraag
    Geeft ze hem een zoen, geeft ze hem een zoen
    Geeft ze hem de volle laag
    Ze gaf hem een zoen!
    Van afgunst zagen alle mannen groen
    En blozend zei die ouwe:
    "Kon ik je maar trouwen
    Want wat heb ik aan die poen
    Enkel en alleen die zoen die zoen die zoen
    Daar was 't me om te doen"
    Ja, ja
    De dames van de krans die voelden toen een lust tot moorden in hun boezem wellen
    Maar konden in hun zwakte niet veel anders doen, dan driftig hun vriendinnen bellen
    De week daarop besloot toen elk actiecomité en elke dameskrans:
    Als er iets in 't openbaar te geven viel dan kreeg die mooie meid geen schijn van kans
    Alleen de burgemeester - 't was een vrijgezel - was ziende blind dat vaker voorkomt (héél vaak!)
    Die sprak: "die asfaltweg, die straks wordt aangelegd, als het koninklijk besluit er doorkomt;
    Die zal ìk openen maar 'k zou het enig vinden als die mooie meid het met me deed"
    Toen dacht het hele comité O jeminee als zij nou straks haar plaats maar weet
    Zou ze het doen, zou ze het doen
    Dat was voor iedereen de vraag
    Geeft ze hem een zoen, geeft ze hem een zoen
    Geeft ze hem de volle laag
    Ze gaf hem een zoen!
    Van afgunst zagen alle dames groen
    En woedend riep een boer:
    "Wat een vieze hoer!
    Mens, da's tegen het fatsoen!
    Een zoen, een zoen, een zoen:
    Hoe kan ze dat nou doen"
    Ja, ja
    En toen het lint dan eindelijk was doorgeknipt, reed er een grote limousine voor
    En de burgemeester en de mooie meid, die stapten in en gingen er vandoor
    Het hele comité heeft nog tot middernacht met koude voeten op ze staan te wachten
    Maar het paar dat bleef twee weken weg; en het hele dorp dacht aan de nachten:
    Zouden ze het doen, zouden ze het doen
    Dat is voor ons de vraag
    Blijft het bij een zoen, blijft het bij een zoen
    Of geeft 'ie haar de volle laag?
    Ze zijn het aan het doen!
    Een ouwe bok lust wel een blaadje groen.
    Die mooie meid wordt nou
    Burgemeestersvrouw
    Já: dat heb je van zo'n zoen;
    Een zoen een zoen een zoen een zoen,
    Wat je daar niet allemaal mee kan doen!

Комментарии •