Schlüter-BEKOTEC-EN-23-F-PS: Noppenplaat voor scheurvrije bekledingsconstructies | Installatievideo

Schlüter-BEKOTEC is de veilige bekledingsconstructietechniek als systeem voor barstvrije en functioneel veilige zwevende dekvloeren en verwarmde dekvloeren met bekledingen uit keramiek, natuursteen en andere bekledingsmaterialen.
Dit systeem is gebaseerd op de Schlüter-BEKOTEC-EN-23-F-PS dekvloernoppenplaat die rechtstreeks op de draagkrachtige ondergrond of op in de handel verkrijgbare thermische en/of contactgeluidisolatie wordt verlijmd. De speciale lijm aan de onderkant van de noppenplaat zorgt voor een uitstekende hechting op de ondergrond.
De geometrie van het BEKOTEC-EN-23-F-PS noppenpaneel resulteert in een minimale dikte van de dekvloerlaag van 31 mm tussen en 8 mm boven de noppen. De noppenafstand is zo geplaatst dat de verwarmingsbuizen van het systeem met een diameter van 14 mm en 16 mm in een raster van 75 mm geklemd kunnen worden om een verwarmde dekvloer te creëren. De vloerverwarming is eenvoudig te regelen en kan optimaal worden gebruikt met lage aanvoertemperaturen, omdat slechts een relatief dunne dekvloermassa (ca. 57 kg/m2 ≙ 28,5 l/m2 met 8 mm overlapping) hoeft te worden verwarmd of gekoeld.
De krimp die optreedt tijdens het uitharden van de dekvloer vermindert modulair in het noppenraster. Spanningen door krimpvervorming kunnen dus niet het hele oppervlak aantasten. Er zijn dus geen schijnvoegen en dilatatievoegen nodig. Zodra de cementdekvloer begaanbaar is, wordt de ontkoppelingsmat Schlüter-DITRA (alternatief: Schlüter-DITRA-DRAIN 4 of Schlüter-DITRA-HEAT) geplaatst (calciumsulfaatdekvloer ≤ 2 CM-%). Hierop worden rechstreek keramische tegels of natuursteenplaten gelegd volgens de dunbedmethode. Uitzettingsvoegen in de deklaag moeten op de vereiste afstanden met Schlüter-DILEX worden aangebracht.
Bekledingsmaterialen die niet gevoelig zijn voor scheuren, zoals parket of tapijt, worden na het bereiken van de bekledingsspecifieke restvochtigheid rechtstreeks op de dekvloer geplaatst.