VERGELIJKINGEN met haakjes oplossen (Wiskunde)

Поделиться
HTML-код
  • Опубликовано: 5 ноя 2024

Комментарии • 10

  • @nayimbaki7960
    @nayimbaki7960 8 дней назад +1

    goede video ik heb er veel van geleerd!

  • @CharlotteSierens-h5m
    @CharlotteSierens-h5m 10 месяцев назад +4

    mooi filmpje heb ervan genoten!

  • @miouwtjedev
    @miouwtjedev 6 месяцев назад +4

    ik heb er veel van geleerd

  • @DylanCremers
    @DylanCremers Год назад +1

    heel handig ik heb het gebruikt om een taak te maken

    • @WiskundeKnobbels
      @WiskundeKnobbels  Год назад

      Ik gebruik ze ook vaak voor taken. Blij dat je er iets aan hebt 🙂

  • @SusanaBittencourt
    @SusanaBittencourt 2 года назад +2

    Você é fera parabéns pelo seu video

  • @NicolasHaegens
    @NicolasHaegens Год назад +1

    Bij de oefening 5-(4-3X) = 13
    Omdat er een min voor staat, laat je alle haakjes vallen aan de hand van de omgekeerde waarde methode, waarom wrodt het dan niet;
    5-(-4)+3X=13?, = 5(+4)+3X=13?
    Kan je dit even verduidelijken?

    • @WiskundeKnobbels
      @WiskundeKnobbels  Год назад +1

      Bij het uitwerken van haakjes moet je van alle termen tussen de haakjes het tegengestelde nemen. De haakjes én het minteken voor deze haakjes moet je laten vallen. In jouw oplossing laat je het minteken staan, wat niet mag. Bv 5 - (6 + 2) = 5 - 8 = -3 of met de haakjesregel: 5 - (6 + 2) = 5 - 6 - 2 =-3