Vraag over 7:16. U zegt 4,8 x 10>4, maar is het ook correct als ik op mijn examen dit schrijf: 48 x 10>3? Want in beide gevallen zijn het toch twee significante cijfers?
Ja hoor, dat is een andere manier om het goed op te schrijven. Bij natuurkunde doen ze er nog wel eens moeilijk over omdat i de officiële wetensxhappelijke notatie voor de x10 tot de macht... een getal tussen 1 en 10 moet staan.
Tussenantwoorden moet je niet afronden. Je rekent door met het getal dat in je rekenmachine staat. Je eindantwoord ga je afronden op het juiste aantal significante cijfers. Hiervoor kijk je naar alle meetwaarden die je hebt gebruikt (dus niet naar de cijfers die je zelf hebt opgeschreven in je berekening). Dat zijn de meetwaarden die je gebruikt hebt of in binas hebt opgezocht. Soms staan er in de vraag alleen meetwaarden met drie significante cijfers en gebruik je een dichtheid uit binas in twee significante cijfers. Dan rond je je antwoord dus af op twee significante cijfers.
Wordt mol ook als telwaarde gezien? Bijv: bereken de massa van 3 mol....... Of wordt dat gewoon als meetwaarde gezien? (want je kunt mol ook in decimalen krijgen). En als je heel veel tussenantwoorden hebt en je die niet moet afronden, hoef je die antwoorden dan ook niet in significantie te geven? Of moet je die tussenantwoorden wel in significante cijfers opschrijven, maar doorrekenen met het onafgeronde antwoord? Moet dan echt alleen het alleen het eindantwoord in significante cijfers?
Bij tussenantwoorden hoef je niet af te ronden op significante cijfers, je mag het gewoon in je rekenmachine laten staan. Ga niet tussendoor afronden. Alleen van het eindantwoord wordt de significantie beoordeeld. als er in een vraag staat bereken de massa van 3 mol propaanzuur, dan is die 3 wel een meetwaarde en mag je maar in 1 significant cijfer antwoord geven. Hopelijk is het zo duidelijk. Succes met je examen!
Hoi misschien een domme vraag maar, Als je op een antwoord uit komt van 1259,8921... en je moet dit afronden op 3 significante cijfers. Moet je dit dan opschrijven in wetenschappelijke notatie dus -> 1,26x10^3 Of je kan je dit ook opschrijven als 1,26
Domme vragen bestaan niet hoor. Je moet het dan opschrijven als 1,26x10³. Je hebt de wetenschappelijke notatie nodig omdat je anders te veel cijfers hebt. Als je het opschrijft als 1,26 dan zou je een factor 100o te laag zitten.
Het getal 60 heeft 2 signficante cijfers en het getal 0,060 ook. Daarom is 60 mg/L gelijk aan 0,060 g/L. Het maakt verder voor de berekening niet uit. 0,060 betekent dat het tussen 0,595 en 0,605 liht en 0,6 beteeknt dat het tussen 0,55 en 0,65 ligt, dus 0,060 g/L is wat nauwkeuriger dan 0,06 g/L. Maakt dit het wat duidelijker?
Voordat je twee getallen bij elkaar op gaat tellen, moet je zorgen dat ze in dezelfde eenheid staan. Omdat de vraag is hoevel gram kaliumchloride hij heeft, zorg je ervoor dat beide getallen als eenheid gram hebben. Dus van die 320 mg moet je eerst gram maken. Dan wodt dat 0,320 gram. Bij het optellen van de twee getallen in gram 12,2 gram + 0,320 gram kijk je naar het kleinste aantal decimalen. Je antwoord krijgt dan 1 decimaal (dus 1 getal na de komma) en daarom wordt het 12,5 gram.
Fantastische video
Vraag over 7:16.
U zegt 4,8 x 10>4, maar is het ook correct als ik op mijn examen dit schrijf: 48 x 10>3? Want in beide gevallen zijn het toch twee significante cijfers?
Ja hoor, dat is een andere manier om het goed op te schrijven. Bij natuurkunde doen ze er nog wel eens moeilijk over omdat i de officiële wetensxhappelijke notatie voor de x10 tot de macht... een getal tussen 1 en 10 moet staan.
@@WouterRenkema Dankuwel voor de snelle reactie! Gelukkig heb ik geen natuurkunde
als er bijvoorbeeld een dichtheid staat gegeven van 0,8. moet je dit dan meenemen in de significantie of niet?
Ja, de dichtheid is een meetwaarde en telt dus ook mee voor de significantie.
Moet je je tussenantwoord afronden? Zo nee, moet je voor de significantie naar de gegevens of de berekening kijken?
Tussenantwoorden moet je niet afronden. Je rekent door met het getal dat in je rekenmachine staat. Je eindantwoord ga je afronden op het juiste aantal significante cijfers. Hiervoor kijk je naar alle meetwaarden die je hebt gebruikt (dus niet naar de cijfers die je zelf hebt opgeschreven in je berekening). Dat zijn de meetwaarden die je gebruikt hebt of in binas hebt opgezocht. Soms staan er in de vraag alleen meetwaarden met drie significante cijfers en gebruik je een dichtheid uit binas in twee significante cijfers. Dan rond je je antwoord dus af op twee significante cijfers.
@@WouterRenkema Heel erg bedankt!
Wordt mol ook als telwaarde gezien? Bijv: bereken de massa van 3 mol....... Of wordt dat gewoon als meetwaarde gezien? (want je kunt mol ook in decimalen krijgen).
En als je heel veel tussenantwoorden hebt en je die niet moet afronden, hoef je die antwoorden dan ook niet in significantie te geven? Of moet je die tussenantwoorden wel in significante cijfers opschrijven, maar doorrekenen met het onafgeronde antwoord?
Moet dan echt alleen het alleen het eindantwoord in significante cijfers?
Bij tussenantwoorden hoef je niet af te ronden op significante cijfers, je mag het gewoon in je rekenmachine laten staan. Ga niet tussendoor afronden. Alleen van het eindantwoord wordt de significantie beoordeeld. als er in een vraag staat bereken de massa van 3 mol propaanzuur, dan is die 3 wel een meetwaarde en mag je maar in 1 significant cijfer antwoord geven. Hopelijk is het zo duidelijk. Succes met je examen!
@@WouterRenkema Top, dankjewel!!
Hoi misschien een domme vraag maar,
Als je op een antwoord uit komt van 1259,8921... en je moet dit afronden op 3 significante cijfers.
Moet je dit dan opschrijven in wetenschappelijke notatie dus -> 1,26x10^3
Of je kan je dit ook opschrijven als 1,26
Domme vragen bestaan niet hoor. Je moet het dan opschrijven als 1,26x10³. Je hebt de wetenschappelijke notatie nodig omdat je anders te veel cijfers hebt. Als je het opschrijft als 1,26 dan zou je een factor 100o te laag zitten.
Wouter Renkema ahh duidelijk bedankt!
hoezo is 60 mg 0,060 g/l en niet 0,06?
Het getal 60 heeft 2 signficante cijfers en het getal 0,060 ook. Daarom is 60 mg/L gelijk aan 0,060 g/L. Het maakt verder voor de berekening niet uit. 0,060 betekent dat het tussen 0,595 en 0,605 liht en 0,6 beteeknt dat het tussen 0,55 en 0,65 ligt, dus 0,060 g/L is wat nauwkeuriger dan 0,06 g/L. Maakt dit het wat duidelijker?
Ja, bedankt!
bij 8:46 begrijp ik niet zo goed waarom je uiteindelijk afrond op 2 decimalen? 320 mg is toch 0 decimalen? Waarom moet je het omrekenen naar gram?
Voordat je twee getallen bij elkaar op gaat tellen, moet je zorgen dat ze in dezelfde eenheid staan. Omdat de vraag is hoevel gram kaliumchloride hij heeft, zorg je ervoor dat beide getallen als eenheid gram hebben. Dus van die 320 mg moet je eerst gram maken. Dan wodt dat 0,320 gram. Bij het optellen van de twee getallen in gram 12,2 gram + 0,320 gram kijk je naar het kleinste aantal decimalen. Je antwoord krijgt dan 1 decimaal (dus 1 getal na de komma) en daarom wordt het 12,5 gram.
@@WouterRenkema aah, heel erg duidelijk. Dankuwel! ☺️