Видео

Hallo meneer, ik had als antwoord op vraag 22 dat de weerstand en de lengte recht evenredig zijn. Dus als de lengte 2x groter wordt, wordt de weerstand ook 2x groter. Ik heb namelijk de formule omgeschreven van R=pxl/A. Hiermee heb ik geconcludeerd dat als de bovenkant 2x groter wordt, wordt het antwoord ook 2x groter. Ik snap niet wat de volume er mee te maken heeft? Kunt u dit aan mij uitleggen?

Waarom is bij vraag 2 6 hokjes? Want het hokje is maar tot de helft gevuld. Waarom zijn het dan geen 3 hokjes

Verlies ik een punt bij vraag 5 als ik niet het sigma teken (∑) gebruik zoals in het antwoord model? Ik schreef W = ΔEk IN PLAATS VAN ∑W = ΔEk

Hoi, wat denkt u van tijdvak 2 en de n term?

wat ik bij 3;08 niet begrijp; ik dacht dat diameter de dikte van de band inhoudt en ik heb daarom in de breedte richting gerekend, dus als half hokje 0,46m is dan is 1 hokje 0,92 en dan dat in het kwadraat. Verder heb ik de berekening wel op dezelfde wijze uitgewerkt. Zou dit alsnog 2 punten opleveren? En waarom neem je de lengte voor dm?

Moet je als een vraag 7 altijd Fg gelijkstellen aan Fmpz?

Dank u!

Bij 14 mag je dan toch alsnog dat bovenste gebruiken want er staat "als er gerekend wordt met v=9,0 m/s en t = 20,0 s dit goed rekenen". Dus dan mag je toch alsnog (0-9,0)/(570-550)= -9/20=-0,45 m/s2 en dan -0,45 x 3000= - 1,4x10^3 N. Ik hoor het wel meneer.

Hoe zie je bij vraag 4 dat er twee golflengtes inzitten?

Meneer ik heb een vraagje, als je de juiste formule gebruikt maar niet op het juiste antwoord komt, krijg je dan alsnog een punt of niet?

10 voor theo!

waarom is als oppervlakte formule A= pi x r^2 gebruikt, dit is toch de oppervlakte van een cirkel en niet van een draad?

Zou het bij vraag dertien ook kunnen dat de positief geladen ballon de béta-deeltjes eerst tegenhoudt, zodat ze niet gelijk bij de geiger teller komen?

dankej

6:20 Doppler Verschuiving is 35E1

ik snap niet waarom je N0 moet delen door 3 bij 12

Bij elektronen gaat het om een negatief deeltje dus waarom gaat de stroom dan niet de andere kant op? (vraag 18)

hoezo delen door 2,5 ik snap dat echt niet\

Ik snap 5 niet zo goed, want wat is nou het verschil bij b en d. Waarom kan d niet en waar ziet u dat in de tekst staan?

kan je misschien de antwoorden er niet bij houden? vind het erg afleiden...

Bij vraag 7 vertragen alle lijnen, dus dan heeft de steilste lijn de grootste vertraging en dus ook de laagste versnelling toch?

hoe weet je dat n=1 bij opdracht 16? in de tekst staat niet duidelijk dat het om een grondtoon staat..

Hoi, hoe weet je bij vraag 12 dat je N0 moet delen door 3. Ik snap waarom je de 3 gebruikt maar niet waarom je N ineens mag veranderen in N0 en waarom je moet delen. groetjess

Heldere uitleg, dankuwel! wel had ik nog een vraag bij opdracht 20: Ik dacht het gaat over elektronen dus omdat elektronen negatief zijn wijst I de andere kant op en is de lorentzkracht naar beneden, waardoor de onderkant negatief en bovenkant positief is. Zou u kunnen uitleggen waarom dit niet het geval is?

waarom doe je 2 x de lengte

Mag je bij vraag 4 ook gebruik maken van de middelpuntzoekende versnelling, Fmpz=Fg, en de cirkelbaan van kepler om deze formule te maken? Al deze formules staan in de binas

Bij opdracht 13: Op het moment dat ik 1/2,9 x 10 tot de macht -7 invul op mijn reken machine krijgt ik 3,44......x10 tot de macht -8. Type ik het verkeerd in, in mijn rekenmachine?

Hoi. Bedankt! Ik had een vraagje. Bij vraag 22 ('Leg uit dat de uitkomst van het experiment een ondersteuning is voor het model van Turin') had ik het verklaard vanuit het deeltje in een doosje model (En = (n^2 h^2)/(8mL^2). Wanneer de massa van het deeltje groter wordt, worden de energieovergangen volgens deze formule kleiner en veranderen dus ook (ongeveer hetzelfde antwoord als dat je krijgt volgens de formule van het massa-veersysteem). Is mijn antwoord goed? Kan ik dit ook als een deeltje in een doosje beschouwen? Of is het puur toeval dat ik hier op uitkom?

Vraagje: Bij 6 had ik “Violet licht heeft een grotere golflengte, om de quantum-dot enigszins te bewegen (ioniseren) is er een grote golflengte nodig” Mag dit ook/ klopt dit?

Dit helpt echt! Ik ben momenteel bezig met een PO over optisch pincet binnen de biofysica voor VWO4, en deze video heeft echt geholpen met het visualiseren! Bedankt

waarom is het bij opdracht 21 zo dat l hetzelfde is als x, want x is toch de lengte tot op een bepaald punt en l toch de gemmidelde lengte

maar hoe weet je bij opdracht 16 dat de lengte van de buis langer is dan de akoustische lengte, want dat staat toch nergens in de opgave?

Heel erg bedankt!

top video

weegfactor kan je vinden in 27 D3

Hoe kan je weten dat de eenheid van c bij vraag 12 10:52 s^-1 is?

Ik ben als natuurkunde-docent erg blij met deze filmserie. Vooral omdat ook de HAVO goed aan bod komt. Veel van wat je op youtube vindt, richt zich toch vooral op VWO. Ik verwijs mijn leerlingen naar dit kanaal. Lekker recht-toe-recht-aan. Ga zo door ;)

Waarom betekent het als de golven elkaar opheffen, er een oneven aantal buiken ontstaan?

kun je bij vraag 1 zeggen: de microgolfstraling gaat niet door de aardatmosfeer.

Ik snap het laatste punt van vraag 4 nog niet? Ik doe verticaal : horizontaal dus 20/600 en 40/600 maar dat is toch gewoon recht evenredig (x2)?

Waarom moet je bij vraag 20 perse een lijn tekenen? Je kunt toch gewoon aflezen? Of is het buitenste punt niet de laatste stip maar 2x10^-11 meter?

Hartelijk dank voor de video! Ik heb bij vraag 24 een vraag: ze houden daar een praatje over het behoud van energie, dus dat Ek+Eg aan het begin moet gelijk zijn aan Ek+Eg tot in het oneindige. Waarom is dat relevant (en een punt waard)? Want in uw uitleg kwam het niet eens voor. Het enige wat ik kan bedenken is dat als je ze gelijkstelt (zoals ik had gedaan toen ik dit examen deed) je met dat minteken loopt te knoeien en dat is niet zo als je ervan uitgaat dat de totale energie 0 is.

En stel dat je 1 in een parallel schakeling moest tekenen, wat zou er dan veranderd geweest zijn?

Dank voor de video's! Als u er nog aan toe komt, zou ik graag ook dat vijfde deel nog zien :-)

Ik snap vraag 10 niet, want bij 35B2 kan ik die formule voor de radiale snelheid niet vinden, maar wel die voor het klassieke dopplerefect (edit: ik zie nu dat de fase-achterstandsformule er veel op lijkt, had ik die moeten gebruiken?)

Ik vind die van 5 een beetje flauw, want je moet er dus van uit gaan dat ze hetzelfde zijn voor 0,001 maar er staat dat de eerste alleen geldt als x minder is dan 0,001 dus ik had bedacht dat die andere gold voor x is meer dan of gelijk aan 0,001. Maar dan hoeven ze toch niet per se hetzelfde te zijn op 0,001? De eerste gold dan juist niet meer

hoe weetje dat er kleine halveringstijd is bij vraag 12

thank u！

Bij de eerste vraag: ik had de methode 3 genomen, waarbij je base*hoogte*1/2 neemt, en dat is dan 33,3*150*1/2 wat 2,5*10³ geeft. Zou dat wel goedgerekend worden hoewel het antwoord daardoor erg afwijkt of moet ik echt de hoekjesmethode nemen? Wat ik me ook afvraag bij dezelfde vraag (1): bij methode 2 staat er dat vgem uit de grafiek is af te lezen en 12 m/s bedraagt. Hoe is dat dan uit de grafiek af te lezen?

Ik word echt gek van opdracht 18. Je kunt v=1,25 niet aflezen want daar heb je geen stip, waarom leest u het punt in figuur a bij punt 1,10 af?? Nergens op het internet staat enige uitleg waarom ze dat punt aannemen voor het punt 1,25